Journalisten hebben met de ondernemingsraad een wat ongemakkelijke relatie. Zeker in het verleden trokken veel journalisten hun schouders op, wanneer het woord ‘ondernemingsraad’ viel. Daar werd met wat dedain tegenaan gekeken.
Journalisten hebben met de ondernemingsraad een wat ongemakkelijke relatie. Zeker in het verleden trokken veel journalisten hun schouders op, wanneer het woord ‘ondernemingsraad’ viel. Daar werd met wat dedain tegenaan gekeken.
De OR was er immers niet voor hen, de journalisten die het vrije woord moesten verdedigen. De OR was er voor de gewone werknemers: de baliemedewerkers, de werknemers in het magazijn, de chauffeurs, de drukkers, de marketeers, de schoonmakers. Journalisten hoorden daar niet bij. Zij waren immers degenen die bovenaan de voedselketen stonden. Zonder hun kopij, de verhalen, columns, het vullen van rubrieken was elke krant of tijdschrift ten dode opgeschreven. Al die andere medewerkers hadden slechts werk dankzij de godenzonen van de journalistiek, inclusief natuurlijk de directie en de managers. Jazeker.
Bovendien hadden de heren en enkele dames journalisten hun eigen organen voor de medezeggenschap. Er werden bij de kranten en grote tijdschriften indrukwekkende statuten vastgelegd voor gekozen redactieraden en redactiecommissies. Een uitgever of directeur kon daar moeilijk omheen. Het ging voornamelijk over het beschermen van de identiteit van de uitgave, een vetorecht over het ontslag of aanstellen van de hoofdredacteur, een reorganisatie op de redactie etc. Ook in de cao’s werden minimum-redactiestatuten afgesproken waar elke uitgever, ook de kleinere, zich aan diende te houden. Een inclusief eigen wereldje waar de journalist zich veilig in waande. Uit eigen ervaring als hoofdredacteur van een klein blad weet ik dat een redactiestatuut soms erg handig kan zijn. Een fondsuitgever die zonder uitleg m’n redactiebudget met tien procent wilde verlagen, kon ik de wind van voren geven: no way! Kijk eens in het Redactiestatuut, je overtreedt de regels van de cao en dus de wet! Uitgever krabbelde haastig terug.
Zonder daarom de waarde van een redactiestatuut te willen bagatelliseren, moet ik toch onderkennen dat de zeggingsmacht van journalisten op basis van hun redactiestatuten behoorlijk aan het eroderen is. Sterker nog, de directies rollen er steeds vaker achteloos overheen. Een nieuwe hoofdredacteur bij de Telegraaf? Ondanks de grote weerstand van de redactieraad met het redactiestatuut in de hand, duwt de directie haar besluit onwrikbaar door. Opinieblad Elsevier wordt door Reed-Elsevier verkocht, met de bepaling dat de naam ‘Elsevier’ over vijf jaar moet worden afgestaan aan uitgeefconcern RELX. Volgens de redactieraad is dat de doodsteek voor het blad en de redactie protesteert heftig. De directie haalt haar schouders op, de redactieraad voelt zich machteloos en schakelt ten einde raad die vermaledijde NVJ in. Een - in bevoegdheden veel machtigere - OR zou het een directie veel lastiger kunnen maken.
Kortom, journalisten aller landen, word wakker! De tijd dat journalisten met een erg prettig salaris onaantastbaar over de werkvloer konden wandelen, is definitief voorbij. We zijn allemaal gewone werknemers geworden, we vallen allemaal onder het onverbiddelijke regime van directies die zonder onderscheid alles wegsnoeien wat hun winsten in de weg zou kunnen staan. Dus journalisten, kom uit jullie ivoren torens, word actief in de OR en word lid van de NVJ. Dit is de enige manier om als journalisten nog wel een vuist te kunnen maken!
Jos Everaers is oud-hoofdredacteur Praktijkblad Ondernemingsraad en lid van het sectiebestuur Tijdschriften.