Informatie op elke plek, op elk moment

donderdag 7 mei 2009

Je kunt als journalist niet meer om internet heen en gelukkig gebruiken de meeste journalisten tegenwoordig internet als informatiebron. De volgende stap is dat zij ook leren hoe zij internet nog meer kunnen benutten. Tijdens de Grote Freelancersdag op 16 juni gaat William Valkenburg, directeur internet coördinatie NPO (omroep.nl), in op een aantal grote ontwikkelingen en op de praktische vertaling daarvan.

Het is tijd om over een aantal drempels en zekerheden te stappen, stelt William Valkenburg. ‘Een zekerheid in de oude situatie was dat je een idee had, je werkte dat uit en je maakte een mooie primeur. Steeds vaker zul je zien dat journalisten in gesprek zullen gaan op het web en al tijdens hun productie zullen communiceren over hun werk. Je ziet dat al gebeuren in het documentairegenre, zoals themakanaal Holland Doc. Daar is het initiatief DocBlogs gestart, waar documentairemakers bloggen tijdens het maakproces van hun documentaire. Ze krijgen daarop aanwijzingen, commentaar en input die weer van waarde kan zijn. Dat kan een doorbraak geven in de manier van werken en in het resultaat van de productie.’

Ook een freelance journalist kan gebruik maken van zijn eigen kanaal. ‘Je kunt op internet je portfolio mooi bij elkaar brengen en laten zien welke expertises je hebt. Vervolgens kun je een community om je heen maken van mensen die jou van commentaar voorzien.’ Waar een freelancer in het verleden een eenzaam iemand was en van opdracht naar opdracht leefde, ontstaat nu de mogelijkheid om een eigen verband te creëren. ‘De producten die je maakt hebben een langere levensduur en hebben meer toepassingsvormen. Waar je voorheen heel veel energie stopte in het schrijven van een achtergrondverhaal, zou dat tegenwoordig een combinatie kunnen zijn van een achtergrondverhaal en een kort audiovideo fragment dat je op je website plaatst. Je producten kunnen verschillende verschijningsvormen krijgen. Vroeger maakte je een televisieprogramma, je ploeterde een week lang, had een half uur uitzending en dan was het voorbij. Programma’s kunnen nu veel langer hergebruikt worden en blijven langer actueel. Er ontstaan follow ups omdat veel meer mensen reageren. Een ander ding is dat niet elke lezer zit te wachten op een bepaald artikel op een bepaald moment. Het onderwerp komt niet in zijn straatje voor, maar kan een week later misschien wel relevant zijn. Je zoekt als consument niet meer alleen vanuit de actualiteit maar ook vanuit de inhoud.’

Maar, erkent Valkenburg, het lastige is wel hoe je kunt verdienen aan internet. Van groot belang zal een systeem van kleine betalingen zijn, want op die manier kun je recht doen aan de makers van journalistieke producten die per keer bekeken worden. ‘Waar de bereidheid om voor internet te betalen laag is, zie je nieuwe vormen van verspreiding ontstaan waarbij mensen wel degelijk bereid zijn om extra te betalen omdat dat comfort of gemak geeft. Het is heel gewoon dat een dienst als Uitzendinggemist.nl, waarvoor ik zelf teken, wordt bekeken op internet. Op een moment dat mensen uitzendingen willen bekijken via een mobiele telefoon of een digitale tv dan zijn zij bereid om daar extra voor te betalen. Met name de mobiele telefoon, oftewel het mobiele internet, is een interessante ontwikkeling. Daar zijn wel degelijk businessmodellen denkbaar, waarbij het ook mogelijk is om af te rekenen, kijk maar naar iPhone.’
Maar het zal nog een lange weg zijn. Journalisten zullen nu moeten gaan ontdekken hoe interessant en nuttig het is om met blogs of twitter in de weer te zijn. Er ontstaan andere manieren van produceren die uiteindelijk ook meerwaarde zullen hebben. ‘Waar we naar toegaan is een mediaomgeving waarin we onszelf op elke plek en op elk moment van informatie kunnen voorzien. Dat is een belangrijk karakteristiek. We zitten niet meer aan een draadje vast.’