Het freelance limbo van het ANP

woensdag 30 december 2015

'Veel zelfstandigen werken al jarenlang bij het ANP, sommigen zelfs langer dan tien jaar en vaak fulltime op de redactie.' Het was die ene zin waardoor ik met mijn oren stond te klapperen. Het bijbehorende artikel ging over de freelancers die het ANP de deur uit bonjourt. Stuk voor stuk zijn dat persoonlijke drama’s, groot en klein, en daaraan wil ik niets afdoen. Maar mijn blik pinde zich vast op die ene zin, ongetwijfeld door de contradictie die erin lag besloten.

Een jurist vertelde mij laatst uitgebreid over de relatie tussen zelfstandigen en hun opdrachtgever. Ook zonder die kennis wist ik echter dat er natuurlijk niets van klopt als je iemand praktisch vast in dienst neemt maar diegene toch freelancer noemt, of nog erger: 'oproepkracht'. Ik concentreer me nu op het extreme geval, maar als je tien jaar lang als freelancer fulltime op een redactie kunt werken, dan gaan er paar dingen ongelooflijk mis. Ten eerste is de freelancer verworden tot een te goedkoop alternatief voor de werknemer. Ten tweede lijken mij de controles van de Belastingdienst niet effectief. Ten derde, het gevolg hiervan, nemen sommige freelancers structureel plekken in waar vaste contracten horen. Ze worden schijnzelfstandigen en vallen bijvoorbeeld niet onder de cao, met alle gevolgen van dien.

Deze constateringen zijn natuurlijk niet nieuw. Maar nu, in het kader van de ANP-ophef, kun je jezelf wel iets afvragen. Hoe erg is het dat het ANP zulke schijnzelfstandigen niet meer inzet? Maakt het beëindigen van zulke constructies de arbeidsmarkt niet juist gezonder? Ik zie het probleem niet zozeer in het plotseling 'afdanken' van de freelancer, want dat is - hoe cru ook - het risico van het ondernemerschap. Ik zie meer een onderliggend probleem, dat journalistieke zzp’ers helemaal niet voltijdsfuncties zouden moeten vervullen. Zo'n freelancer heeft nooit in de situatie mogen belanden dat hij voor zijn hele inkomen afhankelijk is van het ANP. Dat is de schuld van de opdrachtgever, die er ongepast beleid op nahoudt, maar ook die van de freelancer zelf. Die moet als ondernemer zijn grenzen stellen om zijn zelfstandigheid te behouden, voordat die een schertsvertoning wordt.


De freelancer heeft daaraan natuurlijk geen boodschap: de situatie blijft voor hem ronduit vervelend. Maar hij bevindt zich in limbo, daar waar in de katholieke leer het lot niet kan worden bepaald. In dit geval is het onduidelijk of hij werknemer of zelfstandige is, een situatie waarin hij eigenlijk niet thuishoort. Hij kan veel beter op zoek gaan naar opdrachtgevers die wel weten hoe je gebruikmaakt van freelancers.