‘Je weet niet welke foto’s niet worden gemaakt’

zaterdag 14 maart 2015

Hebben de winnende foto’s die door een overheidsdienaar zijn gemaakt nog iets met journalistiek te maken? En wat is de positie van de Zilveren Camera die de wedstrijd openstelt voor beroepsfotografen en tegelijkertijd nadrukkelijk de kwaliteit van fotojournalistiek wil verhogen? Hierover ging de eerste editie van @NVFBeeld#1 op vrijdag 13 maart in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam. ‘Je weet niet welke foto’s niet zijn gemaakt.’

Winnaar serie Binnenlands Nieuws

Militair fotograaf Hille Hillinga had de derde aankomst van slachtoffers van vlucht MH17 indrukwekkend in beeld gebracht en zijn fotoserie werd tijdens de laatste Zilveren Camera dan ook bekroond met de eerste prijs serie in de categorie ‘Binnenlands nieuws'. Wat volgde was een storm van kritiek op de jury van de Zilveren Camera. Kan een overheidsdienaar op een onafhankelijke manier journalistiek bedrijven? Tast deze keuze niet de geloofwaardigheid van het vak aan? De Zilveren Camera heeft immers als taak de kwaliteit van de fotojournalistiek in Nederland te verhogen. Maar is hier wel sprake van fotojournalistiek? Serge Ligtenberg, bestuurslid van de Zilveren Camera, sprak duidelijke taal: ‘Hille Hillinga heeft goede foto’s gemaakt, journalistieke foto’s. Hij heeft eerlijk naar ons gecommuniceerd, daar was niks stiekems aan. De inzender is een professionele fotograaf en je gaat niet tijdens de wedstrijd opeens de regels veranderen.’ 

Niet meedoen

Maar de zaal vol fotojournalisten - winnaars en niet-winnaars van de Zilveren Camera - liet er geen misverstand over bestaan: een productie die gedicteerd is door Defensie kan niet meedoen aan de Zilveren Camera. Punt. Alleen een kleine minderheid koos voor de lijn van Ligtenberg.

Elke foto een interpretatie

Dat het hier niet meer ging om de interpretatie van een regel maar om iets heel anders, maakte eerder op de avond Marc Prüst, adviseur en curator, duidelijk in zijn gesproken column. ‘Het gaat niet over een fotograaf die toevallig wel vrij kon meelopen en daarmee net een betere hoek kon pakken, maar een overheidsdienaar ontmanteld als propagandist. Kunnen we niet zeggen dat fotografie eindelijk volwassen wordt? In de volwassenheid moeten we daadwerkelijk verantwoordelijkheid nemen. Accepteren dat een foto niks van doen heeft met de waarheid. Elke foto is een interpretatie, een visie. Als we fotografie daadwerkelijk gaan benaderen als een medium, een middel om te communiceren, om een boodschap over te brengen, en accepteren dat de boodschapper een visie meebrengt, wellicht kunnen we dan ook beter plaatsen waarom er een lamp in een auto wordt gelegd als je een foto maakt, en in hoeverre dat acceptabel is, en beter analyseren waarom de defensiefotograaf niet mag winnen, de amateur wel, en een project gefinancierd door de IND, het Rode Kruis, of Greenpeace al dan niet geaccepteerd moet worden.'

John Boy Walton's

Eigen waarneming is er altijd, dat begint al met hoe je bent opgegroeid. En eerlijk is eerlijk, iedereen heeft een eigen agenda. Of zoals fotojournalist Teun Voeten zegt: ‘Ik heb in eenzelfde peloton Amerikaanse militairen gezien als brute agressors en ik heb ze gezien als de liefste John Boy Walton’s die Afghaanse meisjes lieten basketballen. Het is maar welk beeld je wilt laten zien.’

Je ontkomt nooit aan jezelf, vindt ook Serge Ligtenberg, maar je kunt wel helder maken waarom je iets doet. ‘Mark Rutte die last heeft van de scheiding in zijn haar en regelmatig een hand door zijn haar haalt; je hebt de keuze of je die foto wel of niet maakt. Zelf wil ik in elk geval iedere foto kunnen verantwoorden naar iedereen.’

Controleren overheid

Teun Voeten maakt zijn eigen keuzes, maar hoe zit dat met een fotograaf in dienst van een overheidsinstelling? Volgens Dirk-Jan Visser heeft fotojournalistiek hier niets mee te maken. ‘Een van de kerntaken van fotojournalistiek is het controleren van de overheid. Als de overheid in een journalistieke wedstrijd prijzen wint, dan ligt de overheid met 1-0 voor. Die kant moeten we niet op.’

Meerdere malen wordt de vergelijking gemaakt met fotojournalisten die in opdracht werken van Ngo’s. Is de vrijheid daar niet even beperkt? Nee, vindt een groot aantal fotografen. Je blijft dan nog steeds fotojournalist die regie houdt over zijn foto’s, ongeacht of de opdrachtgever ze wel of niet gebruikt.

Oorlogssituatie

Bij het werk van een defensiefotograaf komt ook de vraag naar boven wat er gebeurt als alleen hij of zij verslag mag doen van een conflict waar verder geen andere fotojournalisten worden toegelaten. ‘Je weet niet welke foto’s niet worden gemaakt’, klinkt het meerdere keren tijdens de avond. Volgens Teun Voeten maakt het hierbij wel uit of er sprake is van een echte oorlogssituatie of in het geval van de winnende serie, de aankomst van slachtoffers op vliegbasis Eindhoven. ‘Dit zijn foto’s van een gebeurtenis waar op het eerste gezicht geen duidelijk belang van Defensie is waarom de serie zo gemaakt is zoals hij is. Hillinga is geen fotojournalist, maar de foto’s hebben wel een journalistieke waarde. Ik vind dat je die twee dingen van elkaar moet scheiden.’

Toch blijft er kritiek. Een bedrijfsactiviteit van Defensie keurig in beeld gebracht, zonder fouten. Maar wat als er wel fouten waren geweest tijdens de plechtigheden? Breng je die in beeld? En welke foto's worden niet gemaakt omdat de fotograaf voortdurend zijn werkgever in zijn achterhoofd heeft en vantevoren weet welke beelden het nooit gaan redden? Om een vergelijking met het journalistieke interview te maken: stel je vraag wel, of stel je de vraag niet? Dat is de vraag.

De @NVFBeeld debattenserie is een initiatief van NVF, Journalistiek Platform DuPho en NVJ. 

Verklaring Ministerie van Defensie

De heer Hillenga was nadrukkelijk uitgenodigd voor het debat. Volgens de woordvoerder van het Ministerie van Defensie is ‘voor de inzending vooraf nadrukkelijk toestemming gevraagd aan de organisatie van de Zilveren Camera of een defensiefotograaf foto’s in mocht zenden van de nieuwsgebeurtenis van 2014, zijnde de ramp met MH-17. De organisatie van de Zilveren Camera heeft de afweging gemaakt hiermee in te stemmen. Daarom dient de vraag of deze foto-inzending gerechtvaardigd is aan de organisatie te worden gesteld en niet met de defensiefotograaf te worden gevoerd’.