Journalisten gebruiken beroepshalve het grondrecht vrijheid van meningsuiting. Dat recht is niet onbeperkt: een bericht kan onrechtmatig zijn als het de eer en goede naam of de privacy van iemand aantast.
Functie van de pers
De journalistiek moet misstanden aan de kaak kunnen stellen. En zich (in het openbaar) kritisch, informerend, opiniërend of waarschuwend kunnen uitlaten. De media vervullen een noodzakelijke rol in de democratische samenleving. Zij zijn de publieke waakhond die onder andere als functie heeft om de overheid en het bedrijfsleven rekenschap af te laten leggen aan het publiek.
Het publiek heeft het recht om geïnformeerd te worden over zaken van algemeen belang. De pers kan deze taak alleen goed uitoefenen als de vrijheid van meningsuiting wordt gewaarborgd. Als journalisten een beroep op bronbescherming kunnen doen en zij onafhankelijk kunnen werken.
Belangenafweging
Tegenover het belang van de persvrijheid staat het belang van individuele burgers om niet door publicaties te worden blootgesteld aan lichtvaardige verdachtmakingen. Zowel het Europese Hof voor de Rechten van de Mens als de Nederlandse rechter zien de vrijheid van meningsuiting als een essentiële bouwsteen voor een democratische samenleving. Het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer is ook een grondrecht. En beide grondrechten wegen in beginsel even zwaar. Bij elke publicatie waarbij privacy in het geding is, moet er een belangenafweging plaatsvinden.
Zorgvuldigheid
Uit de rechtspraak blijkt dat publicaties over onderwerpen van publiek belang een zware bescherming verdienen. Dat zijn publicaties over bijvoorbeeld het blootleggen van ernstige misstanden. Of berichtgeving over overheden, politici en andere maatschappelijk relevante zaken. Tegenover die zware bescherming van de pers staat de journalistieke plicht om te goeder trouw, op basis van deugdelijk onderzocht feitenmateriaal, aan betrouwbare en nauwkeurige verslaggeving te doen. Verslaggeving die in overeenstemming is met de journalistieke ethiek.
Tevens geldt: hoe zwaarder een beschuldiging is, hoe eerder hoor en wederhoor gepleegd dient te worden. En publieke figuren staan meer in de belangstelling dan de gemiddelde burger. Toch draagt de openbaarmaking van details van iemands privé leven niet snel bij aan het publieke debat. Het kan daardoor onrechtmatig zijn.
Chilling effect
Beperkingen op de vrijheid van meningsuiting of de vrijheid van nieuwsgaring hebben een zogenaamd chilling effect op de functie van de pers als publieke waakhond. Daarom worden ze door de rechter slechts met terughoudendheid opgelegd. Elke restrictie op het verspreiden van informatie zorgt er namelijk voor dat de waakhondfunctie minder goed kan worden uitgeoefend.
Mede daarom is bronbescherming inmiddels wettelijk vastgelegd. Zonder dat zouden bronnen mogelijk geen informatie aan de pers durven te geven. Ook is voor inbeslagname of huiszoeking bij journalisten eerst toestemming van de rechter commissaris nodig.
Kortom, de persvrijheid is op vele vlakken gewaarborgd. Uiteraard mits journalisten zich zorgvuldig gedragen.