Juridische status van ethische regels

Journalistieke beroepsregels zijn niet rechtstreeks afdwingbaar en dus vrijblijvend. Een wettelijke basis ontbreekt immers. Beroepsnormen kunnen echter wel degelijk een rol spelen in juridische procedures. Zo worden procedures bij de Raad voor de Journalistiek wel gebruikt als opmaat voor een civielrechtelijke procedure. Een uitspraak (conclusie) van de Raad wordt dan gebruikt om de rechter te overtuigen dat er niet alleen journalistiek onzorgvuldig gehandeld is, maar ook onrechtmatig. Dit laatste oordeel opent de weg naar een rectificatie en een schadevergoeding.


Miljoen per jaar

Rechters en de Raad voor de Journalistiek denken uiteraard niet altijd hetzelfde over vraagstukken van journalistieke zorgvuldigheid. Soms zijn ze het echter wel eens. Dit bleek recent nog in een door de Johan Cruyff Foundation aangespannen kort geding. In een lijvige biografie over Johan Cruijff stond in één zinnetje dat Cruijff zich een miljoen euro per jaar liet uitbetalen door zijn eigen goede doelen-stichting. Deze beschuldiging had auteur Auke Kok niet voorafgaand aan de publicatie aan de foundation voorgelegd. Een van de redenen die de journalist hiervoor gaf, was het feit dat de foundation al in een vroeg stadium had laten weten niet mee te zullen werken aan de totstandkoming van de biografie. Dit argument kon volgens de rechter niet door de beugel. Ondanks het feit dat het recht op wederhoor niet absoluut is, betekent het feit dat een partij vooraf weigert mee te werken aan een publicatie niet dat je als journalist geen wederhoor hoeft toe te passen – zeker niet als sprake is van een ernstige beschuldiging. Dit oordeel komt volledig overeen met een conclusie van de Raad in een – enigszins – vergelijkbaar geval. Twee jaar geleden maakte een moeder bezwaar tegen een publicatie in De Twentsche Courant Tubantia. Hierin werden zij en haar partner beschuldigd van huiselijk geweld tegen haar zoon. Bron van het artikel was de ex van klaagster, de vader van het kind. De moeder wilde niet meewerken aan het artikel en weigerde elk contact met de krant. De weigering van de moeder om mee te werken of te reageren gaf de redactie volgens de Raad geen vrijbrief om af te zien van wederhoor.