Journalisten zijn de waakhonden van de democratie. Zij controleren autoriteiten, instituties en het bedrijfsleven. Maatschappelijke misstanden, belangenverstrengeling en machtsmisbruik worden onderzocht en aan het licht gebracht. Journalisten moeten deze belangrijke taak onafhankelijk en in volledige vrijheid kunnen vervullen. Maar het werk van een journalist brengt ook verantwoordelijkheden en verplichtingen met zich mee, want de impact van een journalistiek verhaal kan gigantisch zijn. Hoe ver die verantwoordelijkheden gaan, wordt mede bepaald door de journalistieke ethiek. Daarover gaat dit dossier.
Iedere beroepsgroep heeft zijn eigen mores, zo ook de journalistiek. Voor journalisten bestaan er geschreven en ongeschreven fatsoensnormen, waaraan zij zich bij de uitoefening van hun beroep zouden moeten houden. Anders dan bij bijvoorbeeld advocaten en artsen hebben deze regels geen wettelijke basis. Over veel van deze normen zijn journalisten het meestal wel eens. Zo worden journalisten geacht waarheidsgetrouw, controleerbaar en zo volledig mogelijk te berichten. Eenzijdige en tendentieuze berichtgeving moet te allen tijde worden vermeden. Journalisten mogen geen misbruik van hun positie maken en geen incidenten uitlokken met de bedoeling nieuws te creëren. Als in een publicatie een ernstige beschuldiging wordt geuit, moet er wederhoor worden toegepast. Dit zijn slechts enkele voorbeelden van de vele ethische regels die voor journalisten gelden.