Rechters zijn niet gebonden aan de verschillende journalistieke codes, de Leidraad of conclusies van de Raad voor de Journalistiek. De Hoge Raad heeft zich hierover al in 2011 duidelijk uitgesproken. De maatstaven van de Raad voor de Journalistiek zijn volgens ons hoogste rechtscollege ‘geen rechtens aan te leggen criterium’. Een rechter kan ze wel betrekken bij zijn afwegingen. De conclusies van de Raad leggen in die zin ‘gewicht in de schaal’, maar ze zijn – in juridische zin – niet doorslaggevend. Kortom, journalistieke beroepsnormen zijn zeker niet onbelangrijk, maar hoeven in een civielrechtelijke procedure niet allesbepalend te zijn. Desalniettemin kan het al dan niet naleven van deze regels cruciaal zijn voor het antwoord op de vraag of een bepaalde publicatie toelaatbaar is of niet.