Nee, het verbieden van een publicatie vooraf mag niet zomaar, dat is censuur en zo’n verbod wordt vrijwel nooit door een rechter toegewezen. Ook hebben journalisten er een groot belang bij dat zij anonimiteit van hun bronnen kunnen waarborgen. Immers, indien toegezegde anonimiteit wordt doorbroken, kan dat tot gevolg hebben dat bronnen zich niet meer durven uit te spreken en belangrijke informatie niet meer bij journalisten terecht komt. Het ‘chilling effect’.
Hoewel een verbod op publicatie voordat een stuk is gepubliceerd bijna altijd in strijd is met de vrijheid van meningsuiting, kan na publicatie soms geconcludeerd worden dat er toch onrechtmatig gehandeld is. Juist bij ernstige beschuldigingen, zoals hier de beschuldiging van uitbuiting – is het belangrijk dat die niet lichtvaardig gedaan worden. Je moet als journalist dan ook zorgvuldig onderzoek doen naar de betrouwbaarheid van de bron. Het is een stuk geloofwaardiger als 63 mensen een verklaring afleggen (zoals bijvoorbeeld in de zaak van de smeergelden bij SchipholTaxi) of twee. En bij zware beschuldigingen wordt het principe van hoor en wederhoor veel belangrijker.
Bij een artikel dat slechts op twee anonieme bronnen berust, is de kans op onrechtmatigheid groter. Dat ondervond Auke Kok met zijn biografie over Johan Cruijff, waarin hij stelde dat Cruijff een miljoen euro per jaar kreeg van de Cruijff Foundation. Kok had het niet nodig gevonden de Foundation om wederhoor te vragen omdat zij toch niet aan het boek wilden meewerken. Dat was een misrekening en leidde uiteindelijk tot de verplichting om te rectificeren.
In alle zaken blijft overeind dat je vrijwel nooit verplicht zal worden je bronnen te noemen. Zelfs als je wordt opgeroepen als getuige in een strafzaak hoef je je bron niet te noemen, tenzij door het niet noemen van de bron aan een zwaarder wegend maatschappelijk belang een onevenredig grote schade zou worden toegebracht, bijvoorbeeld bij kennis van een geplande terroristische aanslag.
Kortom, je mag gebruikmaken van anonieme bronnen, maar je moet er wel voor zorgen dat er voldoende steun is in het ten tijde van publicatie beschikbare feitenmateriaal, en hoe zwaarder de beschuldiging, hoe eerder hoor en wederhoor noodzakelijk is.
Petra Oudhoff, NVJ Advocaten en Juristen