Meer kennisdeling en training nodig over zakelijke aspecten zelfstandigenbestaan

donderdag 1 februari 2018

'Veel journalisten uit alle delen van het land en van alle leeftijden zijn tegenwoordig freelancer. Verreweg de grootste groep freelancers is ouder dan 35 jaar. Dit kan wijzen op een tendens van mediabedrijven om te willen verjongen, deels met het oog op digitale media, deels omdat de loonkosten van twintigers lager zijn.' Reactie van prof. dr. Mark Deuze, Universiteit van Amsterdam.

foto: Sebastiaan ter Burg

Er zijn aanwijzingen – gebaseerd op observaties van de verschillende universitaire opleidingen journalistiek in Nederland – dat afgestudeerden de laatste jaren iets makkelijker werk vinden in de journalistiek. Ook zijn er de laatste jaren veel senior collega’s door reorganisaties, vervroegde uittreding en ontslagrondes verdwenen uit het werknemersbestand van nieuwsorganisaties in de vele ontslagrondes.

De respondenten mogen dan aangeven over het algemeen rond te kunnen komen van hun werk, toch is het gemiddelde inkomen erg laag. Zelfstandigen verdienen gemiddeld 10 procent minder dan werknemers (volgens het CBS), maar toch is het gemiddelde inkomen van zzp’ers in andere sectoren veel hoger dan in de journalistiek. Freelance journalisten gedragen zich net zoals collega’s in andere creatieve beroepen, waarbij de trend is genoegen te nemen met (te) lage betaling voor het privilege om werk te doen dat je graag wilt doen. Deze situatie vraagt om meer zakelijke training voor zelfstandigen in de creatieve sector in het algemeen en de journalistiek in het bijzonder.

Het is schrijnend om te zien dat slechts bijna de helft van de werkweek van zelfstandige journalisten bestaat uit speculatief werk, dat wil zeggen: onbetaalde werkuren. Dit is iets wat je veel in de reclame- en filmwereld ziet en nu ook veel voorkomt in de journalistiek. Dit soort gratis werk dat je doet met de hoop of verwachting dat in een later stadium alsnog inkomen oplevert is prettig voor opdrachtgevers, maar duur voor makers. Desondanks zien de meeste mensen zichzelf nog steeds als freelancende maker in de toekomst (en kiest de overgrote meerderheid daar ook voor). Dit duidt op iets wat uit onderzoek blijkt: dat dalende tarieven, de noodzaak om onbetaald te werken, een slechte onderhandelingspositie en het uitblijven van voldoende opdrachten om alle rekeningen te betalen niet gezien worden als individueel falen dan wel uitbuiting door het systeem, maar als tijdelijke fluctuaties van een onvoorspelbare markt.

Wat daarnaast duidelijk naar voren komt is dat het fenomeen van ‘cross-subsidy’, dat wil zeggen: journalistiek inkomen combineren met allerlei andere klussen, gemeengoed wordt. Bedrijven zijn top opdrachtgevers (en betalen beter dan nieuwsmedia). Daar komen allerlei andere organisaties bij – zoals uitgeverijen, (ideële) organisaties, verenigingen en stichtingen – vooral uit de publieke sector als onderwijs, zorg en huisvesting. Juist dit aspect van het zelfstandig ondernemen wordt weinig onderwezen: hoe combineer je verschillende inkomstenbronnen, hoe bepaal je je journalistieke (en ethische) kompas, hoe ga je met verschillende en soms tegenstrijdige belangen om in je praktijk?

Juist in die context is kennis van de wet, van spelregels en onderhandelingsstrategie belangrijk. Het is opvallend dat de meerderheid de Wet Auteurscontractenrecht niet kent en slechts de helft goede afspraken maakt over hergebruik dan wel de exploitatie van eigen werk zelf in de hand neemt. Daarmee ondermijnen freelancers hun eigen positie. De opdrachtgevers hebben hierin ook een verantwoordelijkheid – vooral de druk die wordt uitgeoefend op freelancers om maar niet te gaan onderhandelen – iets wat veel respondenten ervaren – is problematisch.

Ook al gaat het iets beter qua tarieven (met uitzondering van fotografie) en geven freelancers aan graag hun werk te blijven doen, laat ook dit jaar de Monitor zien hoe hard het nodig is dat freelancers zich verenigen en dat er meer kennisdeling en training moet komen over de zakelijke (en juridische) aspecten van het zelfstandigenbestaan.

Prof. dr. Mark Deuze, Universiteit van Amsterdam, reactie op de onderzoeksresultaten van de Monitor Freelancers en Media 2017. Het onderzoek werd op 1 februari gepresenteerd.