Tekst uitgesproken bij herdenkingsdienst Mehmet Ülger

donderdag 30 november 2017

Er was veel Mehmet en de NVJ, want naast zijn fantastische werk als journalist en documentairemaker voor veel verschillende journalistieke titels, was er ook een Mehmet die zich belangeloos inzette voor collega-journalisten. Hij dook nooit weg en zette zonodig zijn eigen vrijheid op het spel om aandacht te vragen voor het onrecht dat hij zag.

Dat begon al bij de eerste kennismaking tussen de NVJ en Mehmet. Het was tevens de enige keer  dat de NVJ iets voor Mehmet kon betekenen in plaats van andersom. Mehmet schreef samen met Stella Braam het boek over de Grijze Wolven en werd geconfronteerd met ernstige bedreigingen. De NVJ kwam direct in het geweer voor de freelancers Mehmet en Stella.

En zo ontstond een hechte band tussen Mehmet en mijn voorgangers Hans Verploeg en Inge Brakman, die ondermeer samen met Mehmet naar Istanbul reisden om Turkse collega's en krantenredacties op te zoeken. Wat had ik dat graag ook een keer met Mehmet gedaan, want Mehmets kennis van Turkije was natuurlijk geweldig, maar hij was ook een warme en geïnteresseerde collega, die naar verluidt alle kroegjes en restaurants van Istanbul kende.

Daarbij was Mehmet, als een van de weinigen, in staat werkelijk boven de partijen te staan en een onafhankelijke blik te werpen op alle naast elkaar levende groepen in Turkije. Hij nam het consequent op voor alle in Turkije werkzame journalisten, of ze nu seculier, Koerd of Gülen-aanhanger waren. Daarin herkende je Mehmet als echte journalist. Onpartijdig, maar wel strijdend om misstanden boven water te krijgen. 

Na die eerste ontmoetingen kwam een lange periode, waarin Mehmet zich heeft ingezet voor de NVJ en alle collega's. Hij deed dat in de Raad voor de Journalistiek, gedurende 8 jaar en in het NVJ-bestuur, in 2 termijnen, van 2001 tot 2007, waarbij hij ons altijd dwong om verder te kijken dan de cao-akkoorden en werkomstandigheden van freelancers in Nederland.

Die waren ook belangrijk, maar hij zag, zeer terecht, voor de NVJ ook een internationale missie en verantwoordelijkheid. Solidariteit met en aandacht voor collega's, die hele andere problemen hadden dan een ATV-dag meer of minder.

En in die voorbeeld-rol ging hij zelf voor. Hij richtte Stichting Roportaj op en organiseerde samen met de NVJ  bijeenkomsten over de situatie in Turkije, in een tijd dat iedereen nog redelijk hoopvol gestemd was over de ontwikkelingen aldaar. 

Bij een demonstratie of protest, hoe klein ook, op Mehmet kon je rekenen. Met zijn grote gestalte en lange jas was hij voor mij een vaste waarde. Niet met megafoon, maar met overtuigingskracht vanuit zichzelf. Maar zijn inzet beperkte zich zeker niet alleen tot Nederland. Hij was altijd bereid om voor de NVJ in het vliegtuig te stappen om reportages te maken met kritische journalisten, die het regime graag achter de tralies zag.

Zo vroeg hij in 2012 aandacht voor Ahmed Sik en Nedim Sener, opgepakt vanwege een kritisch boek over de infiltratie van de Gulen-beweging binnen de Turkse staat. 

Zijn documentaire toonden we op de Dag vd Persvrijheid, 5 jaar geleden, toen we voor het eerst Turkije centraal stelden op de Dag vd Persvrijheid.

Bij die gelegenheid presenteerden we ook de Gevangenenkrant, die hij samen met Astrid maakte, met verhalen van Turkse journalisten, die achter de tralies zaten, maar wier verhaal verteld moest worden.

En hoe mooi was het dat we 1 jaar later Ahmed Sik als vrij journalist mochten ontvangen bij de NVJ. Zoals wel vaker leken de omstandigheden in Turkije iets op te klaren, maar Mehmet wist dat het werk in Turkije nooit af was.

Een jaar later kwam de zaak van Füsun Erdogan, een Nederlands Turkse journaliste, waar bijna niemand in Nederland van wist. Tot het moment dat ze tot levenslange gevangenisstraf werd veroordeeld. We voerden actie bij de ambassade, we stuurden brieven naar de minister en het parlement, maar Mehmet ging verder. Hij bezocht meerdere dagen de rechtszaak van Fusun en werd daarbij zelf opgepakt, omdat hij foto's maakte in de rechtszaal.

Zonder laptop en telefoon keerde hij terug naar Nederland, maar de kwestie stond op de agenda, zoveel was zeker.

Maar ook hier was er na een lange strijd een feestelijk moment; Fusun mocht een jaar later haar hoger beroep in Turkije buiten de gevangenis afwachten en ontsnapte via een bootje naar Griekenland (de vluchtelingenroute avant la lettre) En Fusun is vandaag ook hier, in vrijheid.

De afgelopen jaren leverde Mehmet telkens bijdrages aan de Dag van de Persvrijheid, met de later opgepakte Erol Önderoglu van RSF en de foto-journalist Refin Tekin, die bij zijn werk in het Koerdische deel van Turkije zwaar gewond was geraakt.

In zijn werk voor de NVJ en Turkse collega's hanteerde hij dezelfde stijl, die hij ook in zijn andere werk hanteerde. Altijd rustig, maar zeer vasthoudend en toegewijd. Hij maakte reportages, maar kwam een jaar later terug. En een jaar later opnieuw, als dat nodig was.

Het werk was nooit af.

En terwijl we vandaag Mehmet gedenken, als moedig en strijdlustig journalist, noem ik juist de namen van Turkse collega's, omdat ik weet dat dit het levenswerk van Mehmet is. Het ging hem om vrijheid en rechtvaardigheid voor zijn collega's in Turkije. En om een vasthoudende strijd, met Astrid aan zijn zijde, voor aandacht voor deze collega's.

Door hun zaken levend te houden, door te blijven strijden voor een vrij Turkije houden we Mehmet in ons midden.

En hoe mooi is het als we bij elke kleine overwinning, bij elke vrijgelaten journalist, bij minder kinderarbeid in de Nutella, ook even aan Mehmet denken.

Mehmets moedige strijd voor een persvrij en rechtvaardig Turkije zullen we voortzetten.

Jouw strijd is onze strijd, Mehmet.

 

Uitgesproken door Thomas Bruning namens de NVJ