Een dreigend klimaat. Dat is de titel van het rapport dat oud-Ombudsman Alex Brenninkmeijer vandaag in perscentrum Nieuwspoort overhandigde aan NVJ-voorzitter René de Monchy. ‘Het onderwerp staat nu goed op de agenda, van daaruit kunnen we verder.’
Een dreigend klimaat. Dat is de titel van het rapport dat oud-Ombudsman Alex Brenninkmeijer vandaag in perscentrum Nieuwspoort overhandigde aan NVJ-voorzitter René de Monchy. ‘Het onderwerp staat nu goed op de agenda, van daaruit kunnen we verder.’
Voormalig Ombudsman Alex Brenninkmeijer en criminoloog Marjolein Odekerken werden het meest geraakt door de persoonlijke verhalen van journalisten die zich bedreigd voelen. Brenninkmeijer: ‘Het heeft onmiskenbaar impact op hun werk en hun privéleven. Je probeert je voor te stellen wat ze meemaken en dan merk je dat het echt binnenkomt.’
Brenninkmeijer en Odekerken deden in opdracht van de NVJ onderzoek naar bedreiging en intimidatie van journalisten in Nederland. Eerder werd al bekend dat 61 procent van de journalisten aangeeft wel eens geïntimideerd of bedreigd te worden. 79 procent vindt de bedreigingen een gevaar voor de persvrijheid en 16 procent van de journalisten past de berichtgeving soms aan als gevolg van de dreiging.
Bij de presentatie van het rapport gaf Brenninkmeijer een aantal aanbevelingen. ‘Politiemensen vervullen een publieke taak en worden beschermd. Dat geldt ook voor brandweerlieden, ziekenbroeders en burgemeesters. Maar er is één beroepsgroep die over het hoofd wordt gezien: journalisten.’
Met dezelfde felheid als waarmee de samenleving geweld tegen homo’s veroordeelt, zouden ook journalisten beschermd moeten worden, betoogde Brenninkmeijer. ‘Ik noem dat maar even de grote broer-functie. Journalisten moeten het gevoel hebben dat er een spreekwoordelijke grote broer is die hen beschermt. Dat kan op verschillende manieren. Als er sprake is van strafbare feiten, moeten politie en justitie ook echt iets met de aangiften van journalisten doen. Nu doen journalisten vaak geen aangifte omdat ze verwachten dat er niets mee gebeurt. Werkgevers kunnen een rol spelen, bijvoorbeeld door civielrechtelijke procedures te starten tegen bedreigers. En ook de NVJ heeft hierin uiteraard een taak. Wat mij betreft moet de NVJ nu een beleidsplan maken met een aantal concrete maatregelen.’
NVJ-voorzitter René de Monchy is blij met de aanbevelingen uit het rapport. ‘Elke druk die een journalist van buitenaf voelt, is al te veel, zeker in de huidige gepolariseerde samenleving. Ik ben het volstrekt met de onderzoekers eens dat de journalistiek een publieke taak is die bescherming verdient. Wij kunnen daar als beroepsgroep niet alleen zelf voor zorgen.’
Hoe dat concreet vorm moet krijgen, wordt nog een flinke puzzel, denkt De Monchy. ‘Het lastige is dat iedere vorm van bescherming ook een beetje een beperking impliceert en daar houden journalisten niet zo van. Maar ik ben blij dat het onderwerp nu goed op de agenda staat. Van daaruit kunnen we naar oplossingen zoeken.’
Wim Hoonhout van de politie Rotterdam was ook aanwezig. Hij pleit ervoor dat journalisten en politie in ‘vredestijd’ wat vaker bij elkaar op de koffie gaan, zodat ze in ‘oorlogstijd’, bijvoorbeeld in geval van rellen of massale demonstraties, beter kunnen samenwerken. ‘Met onder andere de NOS, RTL en RTV Rijnmond hebben we de laatste tijd intensief contact. Dat is ontstaan na de demonstraties van Turkse Nederlanders na de mislukte coup in Turkijke. Demonstranten maakten journalisten daar het werk onmogelijk.’
Vanuit de zaal werd geopperd een meldpunt in te stellen voor wat meer subtiele (en niet per se strafbare) vormen van bedreigingen, zodat ook die beter in kaart gebracht kunnen worden. ‘Als ik voor mezelf spreek, vind ik dat een sympathiek idee’, aldus De Monchy. ‘Het is iets waar we het in NVJ-verband verder met de leden over moeten hebben.’