Afscheidswoord Bert de Jong: ‘Ik zie een veld vol kansen’

maandag 16 juni 2014

Journalisten zijn wijs en mondig, maar als het om hun eigen positie gaat ook weer zo bescheiden. Het is tijd voor zout en peper om iedereen ervan te doordringen dat we met zijn allen een vuist moeten maken. Het is goed dat er een NVJ is. Omdat verenigde journalisten een macht zijn. Aldus vertrekkend voorzitter Bert de Jong, afgelopen zaterdag in zijn afscheidswoord.

Bert de Jong en opvolger Marjan Enzlin (foto: Eric Brinkhorst)

Rituele dans

De dag ervoor onderhandelde Bert de Jong nog over een nieuwe cao voor kranten, tijdschriften en weekbladen. Een journalistieke cao, met in duidelijke afspraken over journalistieke waarden. ‘Ik moet eerlijk bekennen, na zo'n dag golft er altijd een bonte mengeling van strijdbaarheid en blijdschap door mij heen. Ik heb ruim vijftien jaar het spel gespeeld voor een nieuwe cao. Voor de buitenwereld lijkt het een taai en ingewikkeld proces. Eigenlijk is het een rituele dans. Ik word nimmer somber van de gespeelde armoe van werkgevers. Ik zie een veld vol kansen, ben altijd op zoek naar oplossingen, naar manieren om constructief te kunnen bouwen. Het getuigt van wederzijds respect om op die weg te blijven doorgaan, ook al botsen we soms hard.’

Het mag niet zo zijn dat journalisten niet het respect krijgen dat ze verdienen, of freelancers worden afgescheept met een fooi, stagiaires een vervolgcontract krijgen tegen enkel een stagevergoeding of fotografen worden uitgeperst. ‘Journalistiek is een product van grote waarde, dan is de beloning dat ook.’

Bezuinigingen 

Hij is trots op journalisten die durven op te komen voor hun vak, maar ook in solidariteit durven te vechten. Maar De Jong is bepaald niet trots op hoofdredacteuren die zich uit eigen lijfsbehoud slechts voegen naar de jongste kostenreductieprogramma’s en daarna de bezuinigingen afwentelen op hun eigen medewerkers. ‘Voor goed begrip, dit is een kwestie van keuzes. Hier kan men zich niet verschuilen.’

PCM

Helaas zijn de lessen uit het verleden niet geleerd. In 2007 was er het einde van het drama Apax bij PCM. Het roemruchte krantenconcern PCM met daarin Volkskrant, Trouw en NRC Handelsblad was in handen gekomen van de Engelse roofridders van Apax. De Jong wilde de zaak bij de Amsterdamse Ondernemingskamer tot op het bot uit te zoeken. Opdat het een les voor de toekomst zou zijn en dit soort malafide praktijken met belangrijk cultuurgoed nimmer opnieuw zou gebeuren. ‘Ik moet zeer tot mijn spijt bekennen dat de lessen niet zijn geleerd. Het geldspel balletje-balletje is gewoon doorgegaan. Het is me een gruwel hoe de macht van het kapitaal – ook hier in Leeuwarden - omgaat met de vierde macht van de democratie.’

Makers centraal

De Jong hoopt dat 2014 het jaar van de omslag zal zijn. ‘Vanaf nu staan de makers centraal. Het verhaal begint namelijk met journalisten, met mensen, niet met structuren. Journalistiek is het fundament. Daarin zullen we dus moeten investeren, ook de overheid. Want voor een vitale democratie is het de taak en plicht van de overheid om te investeren in de vierde macht, dus in de makers. Samenwerkingsvormen kunnen helpen, een Fries mediacentrum ook. Het is wellicht tijd voor een geheel nieuwe opzet, los van bestaande structuren, waarbij het begint bij en met journalisten. Ik zal ervoor vechten, dat past bij mijn karakter. Want de verhalen, die moeten worden verteld. Tot in lengte van jaren.’