Wetsvoorstel bronbescherming: langjarige belofte eindelijk ingelost

dinsdag 23 september 2014

‘Goed nieuws dat nu eindelijk het wetsvoorstel voor bronbescherming naar de Tweede Kamer gaat. Een langjarige belofte eindelijk wordt ingelost.’ Aldus algemeen secretaris Thomas Bruning in een eerste reactie over het openbaar maken van het wetsvoorstel, waarin het recht van journalisten om hun bron te beschermen wettelijk wordt vastgelegd.

Het voorbereiden van wetgeving heeft onbegrijpelijk lang geduurd. Ondanks herhaalde toezeggingen, slaagden opeenvolgende kabinetten er niet een wet van die strekking door de Kamer te loodsen, terwijl Nederland in de afgelopen jaren maar liefst tot drie keer toe op de vingers werd getikt door het Europees Hof. In de omringende landen is de bronbescherming al wel geregeld.

Voorafgaande toestemming

Over een aantal zaken in het wetsvoorstel is de NVJ positief. Allereerst wordt eindelijk wettelijk erkend dat journalisten en publicisten een recht toekomt om hun bronnen te beschermen en dat deze bescherming ook toekomt aan materiaal dat bij journalisten op redacties of thuis aanwezig is. Dat betekent dat journalisten zich beter tegen inbeslagnames kunnen verweren. Hiervoor is altijd voorafgaande toestemming van de rechter noodzakelijk. Ook positief is dat de wetgever niet in de verleiding is gekomen om het beroep van journalist van een nauwe definitie te voorzien. Iedereen die regelmatig publiceert komt hiervoor in aanmerking.

Gijzeling

Wel leven er bij de NVJ nog vraagtekens over de zeer bescheiden voorgestelde veranderingen in de regels rondom gijzeling. Bruning: ‘Ons pleidooi om journalisten daarvan uit te sluiten of tenminste een rechtbank daartoe te laten besluiten, is niet overgenomen, terwijl daar in Europese uitspraken ernstige twijfels over zijn uitgesproken.’

Maatschappelijk belang

De NVJ is op het eerste oog niet ongelukkig met de norm die de wet aan de rechter wil meegeven om te beoordelen of bronbescherming doorbroken mag worden. ‘Alhoewel we liever een nog beperktere definitie hadden gezien, vinden we dat het wetsvoorstel er goed blijk van geeft dat bronbescherming alleen in zeer ernstige gevallen opzij gezet mag worden.’ Het wetsvoorstel spreekt van "onevenredig grote schade aan een zwaarderwegender maatschappelijk belang".

Lappendeken

Volgens advocaat Otto Volgenant is er in de detailfase nog een aantal kritische opmerkingen te plaatsen. Zo is er eerder gepleit voor één wet. ‘Nu is het een lappendeken. Bronbescherming wordt over veel verschillende bepalingen verspreid. Het is de vraag of alles gedekt is, bijvoorbeeld het afluisteren en achtervolgen van journalisten door de politie. Is daar voldoende gewaarborgd dat de rechter het recht op bronbescherming zal meewegen en hiervoor alleen toestemming zal geven in geval van ‘an overriding requirement in the public interest’?

Volgenant noemt ook het punt dat bronbescherming in het wetsvoorstel alleen van toepassing is op bronnen die ‘gegevens ter openbaarmaking aan een journalist hebben verstrekt onder de voorwaarde dat de verstrekking niet tot hen kan worden herleid’. Volgenant: ‘In de praktijk zijn er echter veel gevallen waarin een bron beschermd dient te blijven zonder dat er zo’n expliciete afspraak is gemaakt.’

Schepnetmethode

Verder hebben de inlichtingendiensten alleen rechterlijke toestemming nodig als hun onderzoek ‘is gericht op het achterhalen van de bron van de journalist’. ‘Voor de schepnetmethode is dus geen rechterlijke toetsing vereist, ook niet als bijvoorbeeld alle emails van de hele redactie van De Telegraaf worden onderschept. Dat lijkt mij onwenselijk. Immers, als de identiteit van een bron eenmaal is achterhaald kan die kennis niet meer ‘ongedaan’ worden gemaakt.’

De NVJ zal de komende periode met specialisten uit het veld een uitgebreidere reactie op het wetsvoorstel voorbereiden. Het is nog onduidelijk wanneer de wet in gebruik genomen zal worden.