Yvonne Berkeljon: 'Er gaat een strijd ontstaan tussen werkgever en werknemer over al of niet ziekzijn.'

maandag 4 oktober 2021

Nu de meeste (verstandige) mensen zijn gevaccineerd staat ons ook weer een winterseizoen te wachten met gewone snotneuzen, of andere malheur. En omdat werkgevers niet meer iedereen met een loopneus buiten de deur hoeven te houden zal er ook weer strijd ontstaan tussen werkgever en werknemer over al of niet ziek.

 


De werkgever moet loon doorbetalen dus wil wel zeker weten of de werknemer terecht thuis zit. Daarvoor schakelt een werkgever een bedrijfsarts of arbodienst in. En die arts beoordeelt of de werknemer arbeidsongeschikt is wegens de gestelde ziekte. Vaak gaat het daar al een beetje mis, want de bedrijfsarts vindt bijvoorbeeld dat de werknemer wel weer aan het werk kan terwijl de weknemer bij hoog en bij laag, èn met steun van de eigen huisarts meent dat er toch echt nog uitgeziekt moet worden.

Moeilijker is het nog als aan de ziekmelding een arbeidsconflict ten grondslag ligt, de zogenoemde situatieve arbeidsongeschiktheid. Anders gezegd: de werknemer kan best werken, maar niet dààr. Bedrijfsartsen hebben daarvoor richtlijnen die er vaak op neerkomen dat een time-out wordt ingesteld en partijen wordt geadviseerd tot mediation over te gaan. De werknemer intussen slaapt slecht, voelt zich opgejaagd en wil helemaal niet in gesprek, ook niet met een mediator. Toch doet een werknemer er goed aan de instructies van de bedrijfsarts serieus te nemen. Want het niet opvolgen van de adviezen van de bedrijfsarts kan leiden tot inhouden of opschorten van het loon en in het ergste geval verlies van ontslagbescherming.

Maar stel nou, dat je echt vindt dat de bedrijfsarts de plank volledig misslaat en veel te snel zegt dat je weer aan het werk of op zijn minst in gesprek kan? Gelukkig ben je dan niet overgeleverd aan de bedrijfsarts alleen (waarvan vaak wordt gedacht dat die toch wel op de hand van de werkgever zal zijn, want wiens brood men eet …) en kun je een second-opinion aanvragen bij een onafhankelijk verzekeringsarts van het UWV. En die kan tot een ander oordeel komen.

Vaak gaat de werkgever dan wel overstag, wordt het oordeel van de UWV-arts gevolgd en het loon alsnog uitbetaald, maar dat hoeft niet. Het oordeel van de UWV-arts overruled het oordeel van de bedrijfsarts niet. De werkgever kan volharden in het oordeel van de bedrijfsarts die meent dat de werknemer kan werken en op basis daarvan het loon van de werk-weigerende werknemer inhouden. Als de werknemer dan de rechter om een oordeel vraagt over die loonstop, moet de rechter een afweging maken tussen twee afwijkende medisch oordelen. En dan wint doorgaans het beter gemotiveerde oordeel. En dat is ook eigenlijk wel logisch. De rechter is geen arts tenslotte.

Yvonne Berkeljon