Lokale en regionale media zijn ‘the talk of the town’. Samenwerking tussen betaalde en gratis media kan een antwoord zijn op de verschuivingen van advertentiebudgetten en veranderend lees- en kijkgedrag. Aldus Peter de Vries, de nieuwe directeur van de School voor de Journalistiek in Utrecht en oud-hoofdredacteur van De Gooi- en Eemlander. Hij sprak over samenwerking tijdens de Dag van de Lokale Media op zaterdag 14 maart.
Lokale en regionale media zijn de kroonjuwelen. De laatste echte massamedia, aldus Peter de Vries. Om de toekomst te garanderen moet je wel je nichemarkt uitbuiten en moderniseren. Samenwerken behoort tot de mogelijkheden, maar hij kent ook de gevoeligheden. De Vries is vorig jaar betrokken geweest bij de integratie van die krant met de huis-aan-huisbladen in de regio, waaronder De Gooi- en Eembode.
Net als andere media ontkomen de lokale en regionale media niet aan de fragmentatie en afkalving van advertentiemarkten en de afgenomen leestijd van consumenten. Toch lijken de lokale en regionale kranten daar minder last van te hebben. Zij zijn toch ‘the talk of the town’. Samenwerking tussen betaalde en gratis media kan een antwoord zijn op de verschuivingen van advertentiebudgetten en veranderend lees- en kijkgedrag. Maar het ligt er wel aan waar dat antwoord vandaan komt en hoe dat de bedrijfsstructuur bepaalt. Concerns sturen bijvoorbeeld aan op synergie en standaardisatie. Als voorbeeld noemt De Vries de vergelijking tussen McDonald’s en het dorpsrestaurant. Er is weinig ruimte voor maatwerk.
Toch zijn er wel degelijk kansen. Lokale en regionale media zijn de enige media die de nichemarkt van de lokale journalistiek kunnen bedienen. ‘Je moet die gebieden in waar je de commerciële en journalistieke markt beheerst, dus waar adverteerders kiezen voor zowel huis-aan-huisbladen, regionale dagbladen als internet. Daar moet je producten goed gepositioneerd tegenover elkaar zetten.’ Daaraan moet een waardevolle internetstrategie worden gekoppeld, en een goed lokaal netwerk worden opgebouwd. ‘Journalisten zijn geen poortwachters meer maar moderators van het lokaal debat. Dus die rol verandert, alhoewel ze wel gewend zijn om met die lokale discussie om te gaan.’