Persvrijheidsfonds steunt drie zaken

donderdag 28 juni 2012

Het Persvrijheidsfonds heeft besloten om in drie zaken steun te verlenen vanwege het principieel journalistieke belang. Steun wordt verleend aan camerajournalist Hans Becker, dagblad Het Parool, en journalist Philip de Witt Wijnen.

Klacht tegen videoverbod in rechtszaal
Het Persvrijheidsfonds steunt camerajournalist Hans Becker in een klacht tegen de Raad van State. In een zitting van de Raad van State van 7 mei 2012 weigerde de rechter toestemming voor het maken van video-opnamen tijdens de inhoudelijke behandeling. In haar beslissing beriep de rechter zich op de interne Persrichtlijn van de Raad van State, zonder deze beslissing nader te motiveren.
Het Persvrijheidsfonds vindt dat het hier om een principiële kwestie gaat, waar de beroepsgroep belang bij heeft. Camerajournalisten zouden in staat moeten worden gesteld tot het maken van videofilmopnamen tijdens de inhoudelijke behandeling van rechtszaken opdat het publiek zich hierover, in overeenstemming met de huidige tijdgeest, ook met visuele middelen een oordeel kan vormen.

Rechtszaak Parool over publicatie foto verdachte
Dagblad Het Parool wordt financieel gesteund in de cassatiezaak bij de Hoge Raad tegen de van een ernstig misdrijf verdachte Van Parera. Volgens het arrest van het Gerechtshof te Amsterdam zou Het Parool inbreuk hebben gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van Van Parera door de publicatie van de beeltenis van zijn gezicht bij een artikel. Hierbij moet worden bedacht dat Van Parera blijkens het artikel wordt verdacht van een (zeer ernstig) strafbaar feit en zelf de publiciteit heeft gezocht, door actief medewerking te verlenen aan een documentaire, die online beschikbaar was op het moment van publicatie. Het Persvrijheidsfonds is van mening dat het arrest van het Hof de bewegingsvrijheid van journalisten om goed verslag te kunnen doen, onnodig beperkt.

Hoger Beroep journalist Philip de Witt Wijnen vs Marcel B.
Het Persvrijheidsfonds steunde begin dit jaar de zaak tegen de journalist Philip de Witt Wijnen, schrijver van het boek: ‘Joep! Van held tot hoofdverdachte’, een niet geautoriseerde biografie over zakenman Joep van den Nieuwenhuyzen. De Witt Wijnen werd aansprakelijk gesteld door de boekhouder van Van den Nieuwenhuyzen, Marcel B., die zegt te hebben geleden door
de vermelding van zijn volledige naam in zowel het boek als in de voorpublicatie. Op 7 maart jl. stelde de Rechtbank Amsterdam De Witt Wijnen in het gelijk en wees alle vorderingen van B. af.

Inmiddels heeft B. Hoger Beroep aangetekend bij het Gerechtshof en het Persvrijheidsfonds heeft besloten ook deze rechtszaak te ondersteunen. Het Persvrijheidsfonds is van mening dat een verbod op het vermelden van de volledige naam van een verdachte een zware beperking zou vormen op het volwaardig uitoefenen van het vak en ziet belang in een principiële uitspraak van het Hof op dit punt.

  • Aanvulling: Bij tussenvonnis van het gerechtshof is geconcludeerd dat de naamsvermelding onrechtmatig was. Door De Witt Wijnen en Quote is cassatie ingesteld tegen dit tussenvonnis. De Advocaat-Generaal van de Hoge Raad oordeelt: De conclusie strekt tot verwerping van het beroep. 

 
Stichting Persvrijheidsfonds heeft tot doel het de journalistieke beroepsgroep mogelijk te maken om in zoveel mogelijk vrijheid haar werk te kunnen doen. Om dit te realiseren begint en ondersteunt zij journalisten en mediabedrijven in juridische procedures met een principieel karakter. Het fonds is in november 2007 opgericht door de Nederlandse Vereniging van Journalisten en het Genootschap van Hoofdredacteuren.