Nadenken over nieuwe verdienmodellen

zondag 25 september 2016

Journalisten kunnen op vele manieren hun geld verdienen. Per artikel, via de productie van branded content, via crowdfunding, pay per click, consulting journalistiek… Of is het zoeken naar de heilige graal? Dat ene allesomvattende verdienmodel? Jan-Jaap Heij (Reporters Online en De Coöperatie), Peter Smet (Stimuleringsfonds van de Journalistiek) en Anna Pruis (NOS op 3) spraken hierover tijdens het Festival van de Journalistiek. 

Peter Smet (foto: Sebastiaan ter Burg)

Er is nog altijd geen goed verdienmodel gevonden voor online media. Peter Smet, innovatie- en procescoördinator bij het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek, grijpt meteen in. ‘Sommige platforms, zoals Facebook en Buzzfeed, hebben daar geen enkel probleem mee. Maar we moeten ophouden te zeggen dat er één verdienmodel te vinden is. Dat is er niet. Een YouTuber verdient op verschillende manieren zijn geld. We moeten af van het idee dat media van één of twee inkomstenbronnen afhankelijk moeten zijn, zoals ze dat jarenlang waren van advertenties en abonnementen.’

Nieuwe traditionele media

Er is niet één antwoord, meent ook Jan-Jaap Heij (Reporters Online en De Coöperatie). ‘Het lijkt wel of we met z’n allen wachten op dat ene verdienmodel. Daar word je niet rijk van. Er zijn vele modellen.’ Bestaande partijen komen verder en andere niet, gaat hij verder. Dat is geen bijzonder proces, maar soms pakken traditionele media dingen beter op en soms pakken Vice, GeenStijl, Blendle en De Correspondent dingen beter op. Je zou deze de nieuwe traditionele media kunnen noemen.’ Vice is vrij succesvol, vult Anna Pruis (NOS op 3) aan. ‘Over de mix van journalistiek en branded content van Vice kun je veel zeggen, maar het werkt wel.’ Dit roept meteen reacties uit de zaal op. Zolang brand content duidelijk en transparant is, kan het nog en anders is het gevaarlijk voor de journalistiek.

Start-ups

Waar blijven eigenlijk de kleine nieuwe winstgevende start-ups? Volgens Peter Smet slaagt gemiddeld 10 tot 30 procent van de start-ups, bij Stimuleringsfonds zelfs bijna 50 procent. ‘De meeste start-ups gaan ten onder aan beginnersfouten en tunnelvisies. Dat bij ons toch bijna de helft slaagt is de scherpte selectieprocedure waarbij we beginnersfouten proberen te ondervangen.’ Anna Pruis: ‘Het is alleen maar goed dat er heel veel geprobeerd wordt. Er worden lessen uit geleerd en daar profiteren anderen weer van.’

Marketingstrategie

Een zwaar onderschat aspect bij de opzet van een start-up is een goed onderbouwde marketingstrategie. Jan-Jaap Heij: ‘Het is niet zozeer onderschat, alswel een totaal vergeten aspect.’ Dus wordt er met vol enthousiasme gebouwd aan nieuwe apps, maar geen strategie bedacht om een eigen publiek te creëren, laat staan een verkoopplan te ontwikkelen. Het zou een goed idee zijn om ook marketing en sales toe te voegen aan de subsidiecriteria, vindt ook Peter Smet.

Journalist als eigen merk

De toekomst waarin je als journalist zonder uitgevers je producties kwijt kan is nog ver weg, denkt Anna Pruis. ‘Het gaat niet gebeuren dat je geld gaat verdienen met één  filmpje op je eigen YouTube-kanaal.’ Toch heb je als zelfstandig journalist de gevestigde media minder hard nodig dan vroeger. Er is een verschuiving gaande waarbij de journalist zijn eigen merk wordt. Dit is ook de gedachte achter Reporters Online van Jan-Jaap Heij, waar freelancers verdienen aan de verkoop van artikelen. Toch blijven volgens hem artikelen in de Volkskrant of De Telegraaf nodig. ‘Maar er ontstaat wel een nieuw evenwicht.’

Lees ook: