Managers zonder mediahart

vrijdag 24 februari 2012

Meer dan honderd journalisten eruit bij Wegener. De regionale kranten van het Telegraafconcern in gevaar. Nog even, en de ooit bloeiende regionale journalistiek in Nederland is verworden tot een handje apps en een paar inlegvellen. Wat een treurig vooruitzicht, vindt voorzitter Hella Liefting van de Nederlandse Vereniging van Journalisten.

Natuurlijk, de sector heeft het overal zwaar. Er wordt te weinig verdiend, de aandeelhouders mopperen dat de rendementseisen niet worden gehaald. Het is overal sappelen, schrapen en tegelijkertijd vechten voor een aandeel in de digitale toekomst. Tot dusver zijn vooral de regionale uitgevers nooit verder gekomen dan een simpele strategie: om geld vrij te maken voor het zoveelste e-experiment moeten de kosten omlaag en gaan er dus mensen uit.

Wat het hart van elk mediabedrijf hoort te zijn, waarmee zo’n bedrijf zich onderscheidt van alle andere, is in de hoofden van deze managers verworden tot een kostenpost.
We zijn het punt genaderd – of misschien zijn we er al overheen – dat de bestaande infrastructuur in de media wordt afgebroken, opgeofferd aan een onzekere toekomst waarvan niemand weet of die ooit iets gaat opleveren. Al die spannende apps zijn alleen interessant vanwege hun inhoud, en die moet door vakmensen worden gemaakt. Alle onderzoeken over nieuwsgebruik wijzen uit dat goede journalistiek meer nodig is dan ooit. Nog los van het maatschappelijk aspect is dat ook een keiharde economische noodzaak.

Zolang journalistiek wordt gezien als kostenpost kun je voorspellen dat bedrijven die onder dat adagium opereren, het ook in de digitale wereld niet gaan redden. Daar is kwaliteit en onderscheidend vermogen zo mogelijk nog belangrijker. Succesvolle mediabedrijven die we nu kennen zetten kwaliteit hoog in het vaandel en maken daarmee het verschil.

Een ander, zo mogelijk nog aanvechtbaarder onderdeel van de strategie is de neiging (bij TMG) dan wel het plan (bij Wegener) om zelf een persdienst te beginnen. De achterliggende gedachte is dat daarmee eigen, uniek materiaal ontstaat. Niets is minder waar, zoals leveranciers van eerstelijns nieuws als ANP en GPD uit bittere ervaring weten. De concerns ontslaan journalisten om iets te gaan doen dat elders al prima wordt gedaan, zodat ook daar journalisten moeten worden ontslagen. Of deze leveranciers het hoofd boven water kunnen houden als deze klanten wegvallen is uiterst twijfelachtig. Nog meer afbraak van de infrastructuur.

Managers zonder mediahart en zonder respect voor vakmanschap in de journalistiek zouden niet aan het roer moeten zitten van mediabedrijven. Ze richten ze ten gronde. We zouden allemaal dat grote verslag over wat er echt gebeurd is bij PCM moeten lezen (waarin de ondernemingskamer van het gerechtshof in Amsterdam concludeert dat directie en toezichthouders van krantenuitgever PCM zich tussen 2004 en 2007 schuldig maakten aan wanbeleid, red.). Vervang hier en daar een naam, en je zit midden in de bittere werkelijkheid van het moment.

Daar moeten we het dus niet van hebben.
Maar waarvan wel? Het zou ongepast zijn de overheid te vragen geld naar managers en aandeelhouders te brengen met zo’n abominabel track record. Aan de andere kant is het even ongepast als de overheid nadrukkelijk de andere kant op blijft kijken terwijl de journalistieke infrastructuur in de regio wordt afgekloven. Kansrijke initiatieven steunen is het minste dat de overheid kan doen, met nadruk op digitaal. Nieuw werk voor al die ontslagen journalisten. De overheid mag dan als eis stellen dat die worden aangestuurd door bevlogen professionals met een journalistiek hart. Dat daar toekomst in zit, is overal om ons heen te zien.

Hella Liefting is voorzitter van de NVJ