Hoger beroep in zaak Burgers tegen Plasterk

woensdag 23 juli 2014

In de rechtszaak tegen de Staat der Nederlanden, die door een coalitie van organisaties en burgers werd gevoerd vanwege het gebruik van data die door buitenlandse inlichtingendiensten werd verzameld, heeft de rechtbank Den Haag geoordeeld dat zulk gebruik “door de beugel” kan.  De zaak gaat om materiaal dat de Amerikaanse inlichtingendienst NSA heeft verzameld en gedeeld met de AIVD en MIVD. Het vonnis biedt de Nederlandse Staat een vrijbrief voor het 'witwassen' van NSA-gegevens. De coalitie zal in hoger beroep gaan.

De rechtbank acht minder strenge rechtswaarborgen nodig als het gaat om de uitwisseling van ruwe gegevens in bulk. De coalitie acht dat onbegrijpelijk. Nog los van het feit dat de Snowden-onthullingen hebben aangetoond dat het juist ook om de inhoud van communicatie van burgers gaat, vindt de coalitie dat hierbij strengere eisen noodzakelijk zijn. Uitwisseling van bulk-data is immers nog kwalijker dan de uitwisseling van specifieke informatie, omdat bulkdata ook veel onschuldige mensen betreft.

De coalitie bestaat uit de NVJ, de Nederlandse Vereniging voor Strafrechtadvocaten, de Internet Society Nederland, de Stichting Privacy First en de burgers Rop Gonggrijp, Jeroen van Beek, Bart Nooitgedagt, Brenno de Winter en Mathieu Paapst.
De NVJ doet mee vanwege het persvrijheidsbelang dat in het geding is. Het op grote schaal afluisteren en aftappen van burgers heeft ook een negatief effect op het goed functioneren van de journalistiek.

Persbericht Bureau Brandeis 
Volledige uitspraak Rechtbank Den Haag