#OokIkBenNederlands. Dat is de naam van een campagne die ik in maart 2014 samen met vier andere Somalische-Nederlanders heb opgetuigd om het negatieve discours rondom minderheden in Nederland aan te kaarten.
#OokIkBenNederlands. Dat is de naam van een campagne die ik in maart 2014 samen met vier andere Somalische-Nederlanders heb opgetuigd om het negatieve discours rondom minderheden in Nederland aan te kaarten.
We hadden het niet alleen over het discours. We hadden het ook over de micro-agressies waar deze groep mee te maken krijgt. Situaties die ook herkenbaar zijn voor niet-Westerse journalisten zoals ik. De welgemeende: “Wat knap dat jij journalistiek studeert!” Of deze: “Heb jij een contract bij de NPO?!”
We haalden inspiratie voor de campagne uit onze ervaringen en lieten het klinken in de krochten van het internet. Een waar protest tegen de status quo en dat is wat hier vanavond ook gebeurt. Het aankaarten van het probleem in de journalistiek.
Kijk, ik kan hier vanavond niet de maatschappelijke constructie genaamd diversiteit uiteenzetten. Ik bevind me samen met heel veel andere journalisten met een migrantenachtergrond midden in die storm voor meer diversiteit in de journalistiek. Niet alleen als journalist die nu makkelijker wordt aangenomen omdat Nederlandse mainstream media meer niet-witte journalisten zoeken. Maar ook als consument die statements van diezelfde media krijgt voorgeschoteld over hoe zij diversiteit willen implementeren in hun platform.
In deze storm rijzen allerlei vragen bij mij naar boven. Word ik aangenomen voor mijn kunnen of is mijn religieuze identiteit en etniciteit interessant voor hen? Willen deze media echt een rigoureuze verandering op hun redactie of doen ze mee aan de schijn-diversiteit? Hoe zien zij diversiteit eigenlijk? Hoe zie ik het eigenlijk als jonge journalist?
Op die vraag kan ik wel antwoord geven. En in dat antwoord is narratief het sleutelwoord. De minderheden die nu niet of weinig deel uitmaken van redacties hebben geen wezenlijke macht in de manier waarop zij worden gerepresenteerd in de media. Dat gebeurt door de grote dominante groep. En die dominante groep, die bestaat vooral uit witte-Nederlanders die verankerd zijn in de journalistiek en de schreeuw om diversiteit niet genoeg willen of kunnen begrijpen. Jonge, niet-witte journalisten zoals ik zouden dat beeld kunnen bijstellen omdat wij een andere perceptie hebben. Een ander narratief.
De manier waarop ik nieuws selecteer, bronnen uitkies en frame is heel anders dan mijn witte collega. De echte diversiteit is niet alleen in culturele achtergrond, gender, religieuze identiteit of seksuele geaardheid, maar in de manier waarop die ervaringen de journalist hebben gevormd en hoe dat zich laat uiten.
Met #OokIkBenNederlands probeerden we juist dat narratief aan te kaarten. En ik weet dat ik bijdraag aan het creëren van dat narratief. En toch ben aan het worstelen met mezelf. Ik kan niet helemaal 'pinpointen' wat mijn positie is in dit vraagstuk of wat HET antwoord zou zijn op de vraag van vanavond. Of eigenlijk zelfs wat ik zelf moet doen om dat doel te bereiken. Ik hoop dat ik met alle gesprekken van vanavond en alle andere toekomstige gesprekken dichter tot een antwoord kan komen. Voor nu hoop ik dat ik ooit weer zo’n mooie hashtag kan verzinnen voor een complex probleem in de maatschappij. Want #diversiteitiscomplex.
Column door Fatima Warsame voorgedragen tijdens de zomerborrel diversiteit, van jongstleden 18 mei georganiseerd door het jongerenbestuur van de NVJ, Vers in de Pers, en Sectie Internet. Lees hier het verslag van de avond.