Bert Jansen: ‘Veel ellende gezien, veel mensen kunnen helpen en ook veel leuke mensen ontmoet’

dinsdag 3 september 2024

Hij heeft een flinke staat van dienst als fotojournalist. Ook als onvermoeibare voorvechter van de persvrijheid, denk aan de vele voorlichtingssessies voor politieagenten en zijn inbreng bij de automatische persalarmering. In Brabant en de wijde omgeving is hij dan ook een begrip: Bert Jansen. Onlangs vierde hij een jubileum als fotojournalist. En niet zomaar één: Bert vertelt over zijn 44-jarige carrière.

Foto: Fotopersburo Bert Jansen/Dave Hendriks

‘Van analoog naar digitaal, van uren in de DOKA naar het direct doorsturen van foto's op straat – wat vliegt de tijd. Op 1 september 1980, zo rond 11.00 uur, stapte ik het kantoor binnen van, toen nog, de Kamer van Koophandel Zuid-Nederland. Ik liet me inschrijven als zelfstandig ondernemer en autorijschool Bert Jansen was geboren. Het begon met een paar leerlingen en het groeide langzaam maar zeker steeds verder. Ik kon er een leuke boterham mee verdienen.’

'Met een beetje bluf kreeg ik een perskaart'

‘Ondertussen fotografeerde ik hobbymatig rond het huis. Een van mijn hobby’s was ook windsurfen, en toen de wereldkampioenschappen naar Nederland kwamen, wilde ik daar wel even gaan kijken.

De camera ging uiteraard mee naar Scheveningen, waar de wedstrijden werden gehouden. Met een beetje bluf kreeg ik een perskaart en kon zo mee met de persboot om wat foto’s te maken van de surfers op zee. Ter plaatse kon ik de dia’s – ja, ja, dia’s – ontwikkelen. Ik liet ze zien aan dé surffotograaf, Sjaak van der Linden. Hij was onder de indruk. Diezelfde week vroeg hij of ik wat voor hem kon doen omdat hij er een dag niet was.

Van één keer kwam het tot steeds meer klussen. Funsports Magazine net als Surfmagazine ontdekten ook mijn foto’s. Ik kwam in contact met Natasha Bloemhart, die de redactie deed van Funsports Magazine. Daarna was ik zo ongeveer elk weekend op het water te vinden.’

112-fotograaf

‘Door concurrentie in de rijschoolbranche werd het wat rustiger en zocht ik wat meer fotowerk in en rond Eindhoven, buiten de watersport om. Ik ging wat meer op incidenten af en zorgde ervoor dat ik snel kon leveren. De weekbladen kwamen in het vizier, en ik mocht wat bijlages van het ED fotograferen.

Fotograaf Arie Mulle, die toen het 0611-werk deed (later 112), wilde het wat rustiger aan gaan doen en gaf steeds meer klussen aan mij. Inmiddels was er zoveel fotowerk dat ik besloot om te stoppen met de rijschool en me volledig op de fotografie te focussen. Helemaal zonder een extra baan ging dat niet, dus werkte ik een paar uur per week op Gagelbosch, waar ik als kok in de keuken stond. Die uren werden rap minder omdat de fotografie steeds meer werd.

Op een gegeven moment heb ik de knoop doorgehakt en ben gestopt bij Gagelbosch. De eerste dag dat ik daar niet meer naartoe hoefde, 23 december 1993, was het al raak, en kon ik voor een opdracht naar Limburg. De koningin ging daar kijken naar de enorme wateroverlast.’

Van groot verdriet tot indrukwekkende ervaringen

‘In de jaren daarna heb ik van alles meegemaakt, van groot verdriet tot heel leuke en indrukwekkende ervaringen. Zoals de brand van een tankwagen op de A2 en een aanrijding van twee vrachtwagens, waar later bleek dat er een personenwagen tussen zat. Een compleet gezin overleed ter plaatse toen een betonmixer in Asten een personenwagen over het hoofd zag.

Maar ook bijzondere ongevallen, zoals die ene keer dat er een ongeval plaatsvond tussen een vracht- en een personenwagen, waarbij de vrachtwagen bovenop de personenwagen terechtkwam en ze samen van het talud gleden. Na een uur hard werken door de brandweer, stapte de bestuurder, tot verbazing van iedereen die stond toe te kijken, "gewoon" uit zijn auto, klopte zijn broek af, keek rond en zei: "Tjonge, wat een drukte hier." Hij werd later, nadat hij even is nagekeken door de verpleegkundige van de ambulance, door zijn vrouw opgehaald, die hij al had gebeld toen hij nog in de wagen vastzat.

Een zeer grote brand in Helmond staat me ook nog bij: vlammen van wel 20 meter hoog. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Veel ellende gezien, veel mensen kunnen helpen omdat ik er als eerste was en een groot aantal reanimaties opgestart. Maar zeker ook veel leuke momenten gehad. Veel leuke mensen ontmoet en heel fijne collega’s. We plakken er nog een paar jaar aan vast en dan kijken we wel weer eens om. Op naar de 45 jaar.’