Tros Radar heeft vandaag in kort geding de zaak gewonnen tegen Pretium Telecom. De NVJ is verheugd dat de rechter heeft beslist dat ruw beeld- en geluidsmateriaal niet buiten de wil van de journalist in handen komt van derden.
Tros Radar heeft vandaag in kort geding de zaak gewonnen tegen Pretium Telecom. De NVJ is verheugd dat de rechter heeft beslist dat ruw beeld- en geluidsmateriaal niet buiten de wil van de journalist in handen komt van derden.
Het TROS-programma Radar bracht in enkele uitzendingen de handelspraktijken aan het licht van het bedrijf Pretium Telecom. Radar deed dat met verborgen cameraopnamen. Pretium Telecom zou klanten misleiden met dubieuze verkoopmethoden. Radar zond beelden uit op 29 september 2008. Daarna werden diverse juridische procedures gevoerd over de zaak. In februari werd het vonnis uitgesproken dat Radar het ruwe beeld- en geluidsmateriaal aan Petrium Telecom moest afgeven. Radar weigerde dit en spande een kort geding aan.
Het tv-programma werd hierbij gesteund met een verklaring van de NVJ en het Nederlands Genootschap van Hoofdredacteuren die hun grote zorgen uitspraken over het vonnis: ‘Voor de uitoefening van journalistiek werk is het van levensbelang dat bronnenmateriaal, tot bronnen herleidbaar journalistiek materiaal of door journalisten verzameld materiaal niet buiten de wil van de betreffende journalist in handen komen van derden. Bronnen, die een misstand zouden willen melden en daarbij anoniem willen blijven zullen zich niet langer veilig voelen om een journalist te informeren, indien de zekerheid ontbreekt dat informatie over de herkomst eenvoudig in handen kan komen van derden.’
De kortgeding rechter oordeelt nu dat er sprake is van een kennelijk juridische misslag omdat de bodemrechter in het vonnis van 2 februari 2011 artikel 10 van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens EVRM – vrijheid van meningsuiting – niet goed heeft getoetst. Het Hof in Den Haag gaat beslissen over de zaak.