Hans Jaap Melissen: “Uiteindelijk is het een kwestie van gaan”

maandag 27 mei 2013

Hans Jaap Melissen, freelance oorlogsverslaggever en journalist van het jaar 2012, vertelt op de Grote Freelancersdag hoe hij het doet, dat freelancen in het buitenland. Hij ziet wel overeenkomsten tussen freelancewerk en werken in oorlogsgebieden. Uiteindelijk is het een kwestie van gaan. In aanloop naar de Freelancersdag een interview met hem. “Een mooi ritme vind ik tien dagen op reis, vier weken thuis, en dan weer op reis.”

Freelancewerk is ook een strijd van overleven, net als werken in oorlogsgebieden. “In beide gevallen moet je een goed plan hebben”, aldus Hans Jaap Melissen. “Maar je moet ook niet al te terughoudend zijn. Uiteindelijk is het een kwestie van gaan. En dan heb je het plan om vijf verhalen te maken en lukken er drie niet, maar daarvoor komen er wel weer vijf in de plaats. Zoiets kun je alleen maar ontdekken door het te doen, door er heen te gaan.” Journalisten moeten zich bovendien niet direct laten afschrikken, vindt hij. Dan kom je nooit ergens. Gelukkig is het tegenwoordig makkelijker geworden om te laten weten waar je bent. Twitter werkt voor Melissen als een adreswijziging. “Als ik zeg dat ik weer hier ben, hangt binnen half uur de VRT aan de lijn.”

Hans Jaap Melissen profileert zich met het specialisme oorlogsverslaggever, maar hij maakt niet alleen oorlogsverhalen. “Op het moment dat er veel oorlog is, zoals nu in Syrië, gaat daar veel van mijn tijd in op. Maar een journalist moet wel zijn oren en ogen open houden en gevoel hebben voor meer dan alleen de verhalen waarmee hij bekend is. Soms hebben die verhalen nog wel met oorlog te maken, maar zijn ze minder op het nieuws gericht. Als het in Aleppo slecht gaat met de mode-industrie als gevolg van de oorlog, dan zou je daar een modeblad bij kunnen zoeken dat interesse heeft. Ik ben van huis uit op nieuwsprogramma’s georiënteerd. Als je het daarmee redt is het ook prima, maar als je je markt wilt verbreden moet je wel in beweging blijven en je blik openhouden voor minder voor de hand liggende afnemers.”

Is dat een grote verandering sinds je als freelancer werkt?

“Ja, alhoewel ik bij de Wereldomroep wel een soort freelancer in vaste dienst was. Ik kijk nu wel breder maar ik heb op het moment nog wel veel werk aan reguliere afnemers, zoals Vrij Nederland, Een Vandaag, KRO.”

Hoe deel je je tijd idealiter in?

“Een mooi ritme vind ik tien dagen op reis, vier weken thuis, en dan weer op reis. Soms reis ik drie keer in de maand, soms ben ik twee maanden thuis. Het is afhankelijk van wat de wensen en mogelijkheden bij opdrachtgevers zijn. Soms word ik in opdracht gestuurd en wordt de hele reis betaald. Dan richt ik me daarop en neem ik er geen verhalen bij.
Ik ben nu net tien dagen weggeweest. Een intensieve periode. Ik heb een langer verhaal gemaakt voor EenVandaag, een roadtrip van vijf items voor KRO, een pilot voor EO. Ik heb zelfs een bijdrage aan het satirische programma Panache geleverd, waarin ik vertel dat wat zij doen, een beetje tegen de gevestigde orde aanschuren, in Syrië erg wordt gewaardeerd.”
Ik vind het wel belangrijk om rekening te houden met de toekomst. Het is altijd de vraag hoe lang de actualiteit in een land interessant blijft. Ik oriënteer me daarom altijd op een tweede land. Een alternatief. Afghanistan hou ik in de gaten. Ik ben er al jaren niet geweest door de Arabische Lente.”


Ondervinden buitenlandjournalisten veel hinder van de mediacrisis?

“Ik heb er op dit moment niet zo’n last van, maar de budgetten staan wel onder druk en ik hou er wel rekening mee. Pas geleden heb ik voor KRO de radioserie Oorlog in je hoofd gemaakt over psychiatrische hulpverlening in Nederland. Ik hou van interviewen in het Nederlands. De grootste handicap van mijn werk in het buitenland is dat de interviews via een tolk gaan en dat je daardoor wel eens het scherpe interview mist. Daarom vind ik het ook leuk om in Nederland dit soort dingen te doen.”

Je hebt wel eens gezegd dat oorlogsverslaggevers geen freelancers moeten zijn, omdat ze een stap te ver zouden kunnen gaan om hun verhaal te kunnen verkopen. Sta je nog steeds achter de uitspraak nu je zelf een zelfstandig journalist bent?

“Ja. Ik zou het veel fatsoenlijker vinden als de publieke omroep waar ik het meest voor werk of de NPO een vast en verzorgd inkomen geeft. Dat doet een omroep namelijk ook bij een administrateur of redacteur. Degene die het meeste risico loopt en de grootste fysieke en psychologische druk kent, heeft ook nog zijn financiële druk en administratie daaromheen. In een beschaafd land met fatsoenlijke arbeidsomstandigheden zou een vast inkomen zo horen. Maar zie dat maar eens voor elkaar krijgen.”

En wat zou je andere freelancers adviseren om niet die stap te ver te doen? Een goede training volgen?

“Wat kun je meer doen? Ik vind dat iemand ook maar gewoon moet gaan. Een training is goed, een plan is goed, je verstand gebruiken is goed. Maar vergeet niet dat er ook veel verstandige journalisten zijn doodgegaan terwijl onervaren journalisten de dans zijn ontsprongen.”

Foto: Truus van Gog

Andere berichtgeving rondom de Grote Freelancersdag, 4 juni 2013

- Foto’s Bas de Meijer
- Mark Deuze “Het plezier moet terug”
- Anne Dilven “Crowdfunding kan oplossing zijn”
- Fascinerende zoektocht naar veilige opslag en nieuwe verkoop-tools
- Rob Wijnberg: “Ik ben juist benieuwd naar de ideeën van freelancers”
- Mark Deuze: “We leven niet met media maar in media”
- Ilvy Njiokiktjien: “Kom voor jezelf op”
- Dirk-Jan Visser: “Als ik een idee heb ga ik het ook uitvoeren”
- Qracht 500 wint crowdfundingsproject