Daltarief

maandag 12 november 2012

OPINIE – Het voelt nog altijd als een overwinning. Eentje waarvoor ik strijd leverde, en niet alleen.

Het is al weer bijna drie jaar geleden. Zonder morren had ik een paar lange en wat korte stukken voor het betreffende populairwetenschappelijke blad afgeleverd. Zonder hardop morren, moet ik zeggen. Vijfentwintig cent per woord, voor de diepgang die ze vroegen, dat was toch wel aan de magere kant. Of zeg maar gewoon: schandalig laag.

Ik probeerde niet op de kwaliteit te beknibbelen. Voor je het weet is het einde zoek en voldoe je niet meer aan je eigen standaarden. Toch merkte ik dat het knaagde. De tekst leverde ik nog met voldoening af. Maar vroeg de redactie me ook nog even een stuk of zeven bijschriftjes te leveren bij door hen verzameld beeldmateriaal, dan schoot ik in de weerstand.
Voor dat tarief? Ook nog even uitpuzzelen wat ze er nu weer bij gegoogled hadden?

Een keer waagde ik het te noemen in een mailconversatie: ik mocht een coverartikel schrijven waarvoor extra research nodig was. Kon daar dan geen ‘ander’ tarief tegenover staan? ‘Nee,’ kreeg ik te horen, ‘want als ik jou meer geef, gaat dat ten koste van de andere freelancers.’ Ik murmelde nog iets over kwaliteit en dat ze toch echt het daltarief hanteerde, maar daar kreeg ik geen antwoord meer op.

Nu had ik de mazzel dat dit tijdschrift eens in de zoveel tijd brainstorms organiseert, om ideeën aan de freelancers te onttrekken en hen beter te betrekken bij het blad. Een goede zaak, maar daar kom ik in een ander blog misschien nog op terug.

Een bijkomend voordeel van deze brainstorm was het contact met de andere freelancers. We spraken over de journalistiek en ons werk voor het blad en, toen er tijdens de borrel na een biertjes of twee even geen redacteur in de buurt was, kwam het tarief ter sprake.

In een bedwelmde vastberadenheid verlieten we de bijeenkomst. We zouden gaan opkomen voor onze rechten. Niet langer stonden we alleen. Wie in zijn eentje om een hoger tarief vraagt, wordt makkelijk opzij gezet. Maar een heel team aan freelancers dat tegelijk hetzelfde probleem aankaart, dat kan toch niet zomaar gedegradeerd worden tot de amateurcompetitie van de journalistiek?

Ik weet niet precies wat de andere borrelaars met het voornemen hebben gedaan. Hoe ze hun boodschap hebben gebracht, zo subtiel en voorzichtig als ik of iets brutaler en helderder. Maar feit was dat er niet veel later een ander bedrag op mijn opdrachtbevestiging stond. Dertig cent, nog altijd geen vetpot, maar een overwinning, dat was het.
Dit is wat we vaker moeten doen: ons verenigen. Hoe kwamen de arbeiders aan hun rechten? Niet door stuk voor stuk hun baas uit te foeteren. Nee, door gezamenlijk op te trekken en de uitbuiters met hun vadsige neuzen op de feiten te drukken. De tijd is voorbij dat freelancers als een makkelijke bezuiniging worden gezien, een goedkoop hulpje dat nooit klaagt en altijd levert, er desnoods geld op toelegt. De vakbond heeft 2013 uitgeroepen tot jaar van de freelancer, de voorzitter doet ferme uitspraken over onze markt.
Nu is de tijd, om uit het dal te kruipen waar we heel langzaam in geduwd zijn. Ik geloof erin, ook in deze moeilijke tijd. Die overwinning uit 2009 op zak, die geeft me het vertrouwen.

Jop de Vrieze

Daltarief werd eerder gepubliceerd als blog in de Villamedia Community

Jop de Vrieze is lid van het journalistencollectief Bureau Wibaut en gastspreker op het Eerlijk Deel Festival dat op 27 november wordt gehouden in Den Haag