Wetsvoorstel strafbaarstelling verblijf terreurgebied op gespannen voet met persvrijheid

donderdag 19 januari 2017

De NVJ en het Nederlands Genootschap van Hoofdredacteuren (NGvH) vragen in een brief aan minister Van der Steur aandacht voor de effecten van een nieuw wetsvoorstel, dat verblijf in een gebied waar een terreurorganisatie de dienst uitmaakt, strafbaar stelt. Journalisten worden hierdoor in hun vrije nieuwsgaring belemmerd.

Justitie kan met het wetsvoorstel ook mensen vervolgen die in dergelijke gebieden zijn geweest, maar waar niet direct bewezen kan worden dat ze daar terroristische misdrijven hebben gepleegd. Het Genootschap en de NVJ hebben moeite met de in het wetsvoorstel geformuleerde strafbaarstelling.

Het wetsvoorstel bepaalt weliswaar dat een klein aantal personen, zoals journalisten en hulpverleners, wel een legitieme reden heeft om af te reizen, maar hebben daarvoor voorafgaande toestemming nodig van de minister van Veiligheid en Justitie. Dat staat op gespannen voet met de persvrijheid en vrijheid van meningsuiting, zoals vastgelegd in artikel 7 van de Nederlandse Grondwet en in artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.

De NVJ en het Genootschap stellen voor om de toestemming uit het voorstel te schrappen en te vervangen door een woordkeuze die afreizen “anders dan uit hoofde van een rechtens te respecteren belang” bestraft. Op die manier wordt het grondrecht dat voor nieuwsgaring geen voorafgaande toestemming nodig is, gerespecteerd.

Door deze formulering wordt de mogelijkheid gecreëerd om bij terugkomst met een perskaart of onderzoek naar het journalistieke doel te bepalen dat het rechtens te respecteren belang inderdaad bestond.