Waarom nee zeggen tegen online ‘extra’s’ dom is

zaterdag 9 juli 2016

Dat veel journalisten z’n boodschap liever niet horen; Erik van Heeswijk is eraan gewend. De auteur van het boek Mediastorm gaf een lezing over de toekomst van ons vak voor een uitverkochte zaal tijdens de vierde publieksbijeenkomst van onze sectie op 16 juni. ‘Na afloop kreeg ik wat mailtjes, vooral van mensen die vonden dat er zoveel weerstand vanuit de zaal was,’ schreef hij me daarna.

Die weerstand kwam van nee-zeggers. Journalisten die ‘nee’ zeggen tegen opdrachtgevers – of bazen - die van hen verwachten dat ze naast dat artikel ook nog ‘even’ een filmpje leveren voor Facebook, een artikeltje maken voor de website, en wat quotes voor Twitter. ‘Nee zeggen is dom. Het is een recept voor faillissement. Of het nou van je eigen toko is, of van de titel waar je sinds jaar en dag voor werkt. De journalisten en bladen die wél multimediaal werken zullen je genadeloos voorbijstreven. Het vak gaat verder zonder jou.’

Ik herken die weerstand wel. Hoe wars ik ook ben van stilstand, als notoire veel-hooi-op- m’n-vork-nemer ben ik al blij als ik m’n gewone papieren deadlines haal. Ik weet dat ik bij sommige freelancers niet hoef te vragen om digitale extra’s. En ik begrijp het, want budget voor al die extra dingen is er niet. En zo blijft het voelen, als extra. De lezers kopen je blad immers vanwege de artikelen die erin staan; artikelen waar redacteur en freelancer samen ziel en zaligheid in leggen. Daar moet toch prioriteit liggen? ‘Klopt’, beaamt Van Heeswijk. ‘Maar iedereen weet dat er een ander scenario aankomt. Daar moet je nu al mee bezig zijn. Shell investeert ook in zonne-energie, ook al verdient het z’n geld nu nog met olie. In het ideale geval zou je minder artikelen maken, en daar beter voor zorgen. Het gaat echt om een paradigma-shift. Niet meer product-denken, maar proces-denken. Van al het materiaal dat je hebt vergaard, bak je niet alleen een artikel, maar ook een filmpje, een online verdieping of uitbreiding, enzovoorts. Eventueel lever jij de half-fabrikaten en bakken anderen die eindproducten.’

Die andere manier van denken en werken grijpt heel diep in op je identiteit als journalist, weet Van Heeswijk. ‘Vandaar die weerstand. Ik zie het elke dag bij bedrijven waar ik trainingen geef. En echt niet alleen bij oudere journalisten. Blijf je je alleen op print focussen, dan wordt je geheid ingehaald. Kijk naar NU.nl. Het is toch van de zotte dat dat niet van een krant is? En dan het succes van GeenStijl. Had Nieuwe Revu niet in dat gat moeten springen?’

Het credo van Van Heeswijk: ‘Als bladenmaker zou je haast moeten maken nu je tijd hebt, dan heb je straks tijd als je haast hebt.’ Hoe? Tijdens de bijeenkomst op 16 juni gaf hij veel tips hoe je je eigen weerstand kunt doorbreken en hoe je wel futureproof kunt worden. De belangrijkste vind je hier.