Scherpe kritiek wetsvoorstel Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten

dinsdag 1 september 2015

De NVJ uit scherpe kritiek op het wetsvoorstel Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20xx (Wiv20xx), dat deze zomer ter consultatie is voorgelegd. Samen met een aantal andere wetenschappers en belangenorganisaties, gebundeld in de Studiecommissie Journalistieke Bronbescherming signaleert de NVJ fundamentele juridische problemen in het wetsvoorstel, die de journalistieke bronbescherming raken. De Studiecommissie doet in totaal 19 aanbevelingen voor aanpassingen die zij vandaag heeft gestuurd aan de ministers Plasterk, Van der Steur en Hennis-Plasschaert.

De Studiecommissie vreest dat veiligheidsdiensten verregaande bevoegdheden krijgen om computernetwerken binnen te dringen en communicatie af te tappen. Hoewel de voorgestelde wetgeving enkele waarborgen voor journalistieke bronbescherming biedt, zullen door deze nieuwe wet via zogenoemde massa surveillance journalisten en hun bronnen mogen worden gevolgd. ‘Journalistieke bronnen zullen minder bereid zijn om samen te werken met journalisten. Dit raakt de persvrijheid in het hart”, aldus NVJ-secretaris Thomas Bruning.

Aanbevelingen voor aanpassingen

De Studiecommissie benoemt de kritiekpunten in een uitgebreide reactie en doet daarin concrete aanbevelingen voor verbetering van het wetsvoorstel.

Twee wetsvoorstellen, maar nog steeds geen waarborgen

In het najaar van 2014 werden twee wetsvoorstellen (Bronbescherming in Strafzaken en wijziging Wiv2002) gelanceerd die gehoor moesten geven aan de opdracht van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) om de journalistieke bronbescherming te waarborgen. Met name het inzetten van opsporings- of dwangmiddelen tegen journalisten moest voortaan vooraf door de rechter worden getoetst. Volgens de Studiecommissie voldeden de teksten van de wetsvoorstellen echter op een aantal punten niet en stuurde eind vorig jaar al tien aandachtspunten. Naar aanleiding hiervan zijn door de Vaste Commissie voor Veiligheid en Justitie vragen gesteld aan de minister van Justitie. Tot nu toe zijn deze vragen niet beantwoord en ligt de behandeling van beide wetsvoorstellen stil. Het EHRM heeft Nederland al drie veroordeeld wegens schending van mensenrechten en het ontbreken van een goede regeling voor journalistieke bronbescherming, namelijk in 2007, 2010 en 2012. Uit het optreden van de Staat spreekt geen urgentie om consequenties te verbinden aan de drie veroordelingen door het EHRM. De Studiecommissie vindt dat een onwenselijk signaal.

Kritisch op verruiming bevoegdheden

De Studiecommissie is kritisch op het voorstel tot verruiming van bevoegdheden van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, terwijl er niet tegemoet is gekomen aan de tien eerder gesignaleerde aandachtspunten. De diensten zouden door deze bevoegdheden meer informatie kunnen vinden die tot bronnen te herleiden zijn dan wenselijk is.

Dat er door inlichtingendiensten gebruik wordt gemaakt van journalistiek materiaal en bronnen, bewijzen eerdere activiteiten van de inlichtingendiensten richting Nederlandse journalisten, waarbij aantoonbaar sprake was van het opvragen van telecomgegevens, volgen en afluisteren. 

Chilling effect

De Studiecommissie concludeert dat het huidige wetsvoorstel Wiv20xx niet voldoet aan de eisen die het EVRM en de rechtspraak van het EHRM stellen en heeft nu negen aanvullende aandachtspunten opgesteld. Zo vindt de Studiecommissie dat de uitbreiding van de bevoegdheden voor inlichtingendiensten om computernetwerken binnen te dringen en communicatie af te tappen niet worden onderbouwd in het wetsvoorstel. Ook heeft de Studiecommissie juridische bezwaren tegen de zogenoemde bulk-interceptie, oftewel massasurveillance. Deze botst met het grondrecht op de privacy van alle burgers. De verplichting om mee te werken aan ontsleuteling kan bovendien een groot chilling effect hebben.

Record-aantal reacties

Er zijn al meer dan 400 reacties op de internetconsultatie binnengekomen. Dat is een record. Er wordt van alle kanten stevige kritiek gegeven. Het wetsvoorstel is bijvoorbeeld ook bezwaarlijk voor andere geheimhouders zoals advocaten en artsen, maar ook voor het bedrijfsleven en voor de privacy van alle burgers.

Rechtszaak

Advocaat Otto Volgenant van Boekx Advocaten, die namens onder andere de NVJ eerder dit jaar in kort geding de Wet Bewaarplicht Telecommunicatie buiten werking liet stellen, zegt: ‘Dit wetsvoorstel krijgt vanuit juridisch oogpunt een dikke onvoldoende. We zijn eerder naar de rechter gegaan om de gebrekkige Nederlandse regeling van journalistieke bronbescherming aan de kaak te stellen. Mocht dit wetsvoorstel worden aangenomen, dan stappen we meteen weer naar de rechter. Maar we gaan er vanuit dat het kabinet verstandig is en het wetsvoorstel flink verbetert.’