Het Persvrijheidsfonds steunt de journalisten Jelle Visser en Jan Ponsen (EenVandaag) in de verdediging tegen hun strafrechtelijke vervolging door het Duitse Openbaar Ministerie. Visser en Ponsen worden vervolgd in verband met een met verborgen camera opgenomen item over de oorlogsmisdadiger Heinrich Boere. Op donderdag 9 februari moeten de EenVandaag-journalisten voor de Duitse rechter verschijnen wegens ‘huisvredebreuk’ bij Heinrich Boere.
Het Duitse OM besloot tot strafvervolging over te gaan op grond van het overtreden van een wetsartikel dat “de vertrouwelijkheid van het woord” beschermt. De betrokken journalisten riskeren een gevangenisstraf van 3 jaar.
De NVJ vindt strafrechtelijke vervolging een veel te zwaar middel. ‘Los van het feit dat het al bijzonder is dat er überhaupt een gerechtelijke procedure wordt gestart, is het bijzonder pijnlijk dat het om een strafrechtelijke vervolging gaat,’ zegt algemeen secretaris Thomas Bruning. ‘Notabene de Raad voor de Journalistiek heeft eerder de klacht tegen beide journalisten ongegrond verklaard,.’ De Raad oordeelde dat de privacy niet onevenredig was aangetast en dat de journalisten niet ontoelaatbaar hadden gehandeld.
Bruning: ‘Dit is een heel ingrijpend middel voor journalisten die hun vak uitoefenen en dat hier op een zorgvuldige manier hebben gedaan.’ Volgens Bruning vindt ook beroepsvereniging DJV, Deutscher Journalisten-Verband, strafrechtelijke vervolging een volstrekt onacceptabel middel.
Het Persvrijheidsfonds, mede opgericht door de NVJ, heeft besloten om de betrokken journalisten financieel te steunen in hun verdediging tegen deze ingrijpende, strafrechtelijke vervolging. De betrokken journalisten hadden tot doel om een maatschappelijke misstand aan te tonen. De NVJ zal bij het proces aanwezig zijn.