Persmuseum moet snel nieuwe subsidieaanvraag indienen

dinsdag 22 mei 2012

Het Persmuseum moet voor 1 juli aanstaande een nieuwe subsidieaanvraag indienen. Wanneer de nieuwe aanvraag niet in goede aarde valt bij de Raad voor Cultuur en demissionair staatssecretaris Halbe Zijlstra dit advies overneemt, dan zal het Persmuseum ten dode opgeschreven zijn. De NVJ, vertegenwoordigd in het bestuur van het Persmuseum, vindt dit onbegrijpelijk en onaanvaardbaar. Zij ziet het Persmuseum als een bewaker van het journalistiek erfgoed in Nederland. Bovendien brengt het museum de meerwaarde van journalistiek werk en persvrijheid onder de aandacht van een breed publiek.

In het advies van de Raad voor Cultuur wordt het Persmuseum door de Raad in de gelegenheid gesteld een nieuwe aanvraag in te dienen voor de subsidieperiode 2013-2016, nadat de huidige aanvraag negatief werd bevonden. Het Persmuseum onderzoekt nu de mogelijkheden om met het voorgestelde budget van 317.000 euro als volwaardige museale organisatie te opereren. Volgens voorzitter Pieter Broertjes zal dit een zware dobber zijn.
Demissionair staatssecretaris Halbe Zijlstra heeft weliswaar nog steeds 317.000 euro per jaar gereserveerd voor een ‘museum voor het journalistieke erfgoed’. Maar het enige museum in Nederland op dat gebied krijgt dat geld vooralsnog niet.

De eerdere aanvraag van het Persmuseum zou volgens de Raad voor Cultuur over onvoldoende kwaliteit beschikken. Daarnaast zouden de educatieve plannen van het Persmuseum en het ondernemerschap onvoldoende uit de verf komen en zou er een professionaliseringsslag nodig zijn. Volgens het Persmuseum haalt sinds de invoering van de Eigen InkomstenNorm elk jaar een percentage van 30 procent of hoger, waar een minimum geldt van 17,5 procent. Hiermee scoort het Persmuseum binnen het museale veld zeer redelijk tot goed.

De Raad voor Cultuur vindt dat de educatieve activiteiten van het Persmuseum onvoldoende aansluiten bij waar het Persmuseum voor staat. De visitatiecommissie (ingesteld en ook weer afgeschaft door OCW) dacht daar in een 2011 uitgegeven rapport heel anders over. In het rapport spreekt de commissie haar bewondering uit over de prestatie van een kleine staf, die zoveel activiteiten vormgeeft. Bovendien houdt de visitatiecommissie een gevoel van verwondering over: “Het gevoel van verwondering betreft het wel uiterst kleine budget waarover het museum de beschikking heeft. Persvrijheid, en meer in het algemeen, vrijheid van meningsuiting, zijn dominant aanwezig in het publieke debat. Dan is het toch wel opmerkelijk dat een instituut als het Persmuseum dat blijkens zijn missie, maar ook in de praktijk, op die terreinen vele belangrijke initiatieven ontplooit, zo karig wordt gefinancierd. De prestaties van de staf en het belang van het onderwerp verdienen een betere situatie.”