Een ongemakkelijke waarheid

dinsdag 8 maart 2016

Turkije staat de afgelopen maanden hoog op de politieke agenda. Het land speelt een sleutelrol in verschillende koppijndossiers van de Europese Unie. Maar Turkije is meer dan een belangrijk schaakstuk in de vluchtelingencrisis en het Syrische conflict.

Het staat op vele manieren dichtbij ons. Als fantastisch vakantieland, als land van afkomst van veel van onze landgenoten, als belangrijke handelspartner en als mogelijk EU-lidstaat. 

Alle reden om een goede band met Turkije en vooral met haar inwoners te koesteren.

En bij een goede band hoor je elkaar ook de waarheid te kunnen zeggen, ook al is die soms ongemakkelijk. De waarheid is dat Turkije langzaam dreigt toe te groeien naar een politiestaat, waarin journalisten, advocaten, minderheden en tegenstanders van het regime de eerste slachtoffers zijn. 

De rol van de pers is belangrijker dan het lot van een individuele verslaggever, die monddood wordt gemaakt vanwege kritiek op het regime. Met deze verslaggever dooft het licht op cruciale beslissingen van het Turkse regime voor de gehele Turkse natie. En helaas gaat het daarbij niet langer om een enkele kritische journalist, die door het Turkse regime steevast voor terrorist wordt uitgemaakt.

Met het insnoeren van de persvrijheid wordt niet alleen het Turkse publiek het recht op betrouwbare informatie ontzegd. Voor de internationale publieke opinie is vrije nieuwsgaring in Turkije door Turkse en internationale journalisten van cruciaal belang.

Vrijheid van meningsuiting en persvrijheid zijn basale, universele mensenrechten. Zonder deze rechten zijn andere mensenrechten - zoals het recht op leven - niet controleerbaar.

Journalisten die kritisch en onafhankelijk zijn en niet blindelings de regering steunen, worden bestempeld als landverrader, spion, crimineel of terrorist. Het monddood maken van journalisten en het niet toelaten van pluralisme en diversiteit in de media, is in strijd met alles waar Europa voor zegt te staan: mensenrechten, vrijheid en democratische waarden.

Rechtszaken tegen journalisten zijn aan de orde van de dag, waarbij levenslang een bijna gangbare eis is. Zeker 30 journalisten zitten achter de tralies, er zijn geregeld invallen bij redacties, Twitter en YouTube worden regelmatig op zwart gezet en er zijn regelmatige meldingen van geweld tegen (foto)journalisten. Ook buitenlandse journalisten blijven niet buiten schot. Nog geen 6 maanden geleden moest de Nederlandse journaliste Fréderike Geerdink gedwongen het land verlaten na kritische berichtgeving. Deze maand moest ook een Noorse journaliste vertrekken.

De provocatie van afgelopen vrijdag, waarbij Zaman, de grootste oppositiekrant van Turkije onder dreiging van geweld bruutweg door het regime is overgenomen, is een nieuw dieptepunt. Met deze inval zijn de 1000 medewerkers van het krantenconcern in één klap monddood gemaakt. En met hen de miljoenen lezers, die in deze krant een kritische volger van het regime vonden.

Een dag na de machtsovername was er niets meer van over. De hoofdredacteur afgezet, de redactie gedwongen alle kritische stukken over het regime uit de krant te houden.

Je vraagt je af wat de volgende stap zal zijn?

Hoe lang kunnen Europa en Nederland dit Turkije als een serieuze gesprekspartner blijven behandelen, waarbij het onderwerp persvrijheid in een bijzin wordt afgedaan?

Persvrijheid moet bespreekbaar worden gemaakt in het overleg met Turkije. Dat doet niet alleen recht aan de erbarmelijke situatie voor journalisten in het land, het is de enige manier om weer te kunnen praten met Turkije als een democratische staat.

Anders is Europa met Timmermans voorop vooral bezig om zich dieper in een moeras te laten trekken, waarin fundamentele mensenrechten worden uitgeruild tegen korte termijnoplossingen.

Auteurs: Thomas Bruning, algemeen secretaris, Jan Keulen, bestuurslid Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ)

  • Deze column verscheen ook in een extra editie van Zaman Vandaag en online bij Zamanvandaag.nl