Onafhankelijk fonds

maandag 6 maart 2017

Er is een tijd geweest dat de NVJ warmliep voor de nationalisatie van de grafische industrie. Het was in de linkse jaren zeventig en in journalistenland bestond veel bezorgdheid over de fusiegolf bij de dagbladen.

Zo zag het Amsterdamse Algemeen Handelsblad zich gedwongen samen te gaan werken met de Rotterdamse NRC. De NVJ, en vooral de radicale hoofdstedelijke afdeling de Amsterdamse Pers, vreesde dat er nog meer dagbladconcentratie zou volgen. Het probleem was dat het drukproces de krantenuitgevers voor hoge kosten plaatste, luidde de analyse. Daarom moest de overheid ervoor zorgen dat er drukfabrieken kwamen waarvan iedereen die een krant wilde uitgeven gebruik kon maken. De drukfabrieken zouden er uiteindelijk niet komen en ik denk niet dat iemand daar rouwig om is. Journalisten van nu zijn veel huiveriger voor overheidsingrijpen dan hun voorgangers uit de jaren zestig en zeventig.

Mediabedrijven moeten niet hun hand bij een ambtenaar ophouden maar zichzelf zien te bedruipen, daarover bestaat tegenwoordig  consensus in ons vak. Al vraag ik me vaak af of dat niet te liberaal geredeneerd is. Want in de dagbladen- en tijdschriftenwereld is anno 2017 opnieuw sprake van falende marktwerking, ernstiger nog dan een halve eeuw geleden. De landelijke kranten zijn in handen van nog maar drie eigenaars waarvan er twee (de Persgroep en het Mediahuis) uit België komen, over het lot van De Telegraaf wordt binnenkort beslist. Regionale dagbladen verliezen adverteerders en lezers en hebben het geld en de menskracht niet meer om de provinciale en lokale overheid te controleren. Vaste banen zijn bij de media een schaars artikel geworden en de tarieven van freelancers staan onder druk. Ondertussen wordt er dik verdiend aan advertenties op internet maar dan wel door miljonairs in Californië. Kortom: de verhoudingen zijn zoek. In zo’n situatie kom je niet ver met redeneringen als: ‘dan moeten de media maar beter presteren’ of ‘iedereen moet zijn eigen broek kunnen ophouden.’

Vooral boven de regionale pers pakken zich donkere wolken samen. Daarom voel ik veel voor het initiatief dat PvdA-Kamerlid Mei Li Vos onlangs lanceerde: volgens haar moet de overheid in actie komen om te waarborgen dat de vergaderingen van Provinciale Staten en gemeenteraden door onafhankelijke, kritische journalisten kunnen blijven worden gevolgd. Een mogelijkheid die ze oppert is het afromen van de winst die op adverteren op Google en Facebook worden gemaakt. Een deel van die reclame-inkomsten zou via de overheid of een onafhankelijk fonds naar de regionale media moeten worden doorgesluisd. Aan het plan van Vos kleven de nodige haken en ogen: hoe kun je garanderen dat de werkgevers in de regio zo’n subsidie gebruiken om de kwaliteit van de journalistiek te verbeteren en niet om hun eigen zakken te spekken? En hoe voorkom je dat de overheid inhoudelijk invloed op de regionale media probeert uit te oefenen? Maar dat er iets moet gebeuren, staat voor mij als een paal boven water. Al koester ik geen nostalgie naar de tijd dat links vond dat je zelfs de ijscoman op de hoek van de straat moest nationaliseren