NVJ wil opheldering over AIVD-infiltrant

woensdag 15 juni 2011

De NVJ heeft in een brief aan minister Donner van Binnenlandse Zaken om opheldering gevraagd over informant Paul Kraaijer, die gedurende 25 jaar voor de AIVD (en daarvoor BVD) werkte, maar in die tijd ook als journalist actief was. Kraaijer infiltreerde gedurende zijn werk bij diverse linkse actiegroepen. De NVJ zegt met ontsteltenis kennis te hebben genomen van Kraaijers activiteiten die tot op heden door Donner niet zijn tegengesproken. De NVJ wil van de minister weten of het inzetten van informanten, die zich voordoen als journalist, beleid was – of mogelijk zelfs nog ís.

Kraaijer deed zich voor als journalist, onder meer door een perskaart aan te vragen bij de NVJ en zich uit te geven als journalist werkzaam voor onder andere dagblad Trouw. De NVJ vindt dat hiermee de onafhankelijke en voor de journalistieke beroepsgroep neutrale positie ernstige schade is toegebracht. Het publiek en kwetsbare bronnen moeten ervan uit kunnen gaan dat hun identiteit niet kenbaar wordt gemaakt aan een ander dan de journalist, die zij benaderen.

De Europese jurisprudentie, waarin het belang van de bescherming van journalistieke bronnen op basis van artikel 10 EVRM wordt onderstreept, kan niet aan de aandacht van de minister voorbij zijn gegaan, omdat juist Nederland in dit verband de laatste jaren tot tweemaal toe door het Europese hof terecht is gewezen (de zaak Voskuil vs. de Staat en de zaak Sanoma/autoweek vs. de Staat).
Het kan dan ook niet zo zijn dat enerzijds staatssecretaris Teeven van veiligheid en justitie, mede onder Europese druk, bezig is met wetgeving om de bescherming van journalistieke bronnen vast te leggen en minister Donner tegelijkertijd dit beleid ernstig ondermijnt via handelen vanuit de AIVD, zoals kenbaar gemaakt door de heer Kraaijer.

Als inderdaad gebruik wordt gemaakt van de door Kraaijer omschreven methoden, heeft dit een ernstig ondermijnend effect voor het functioneren van de rechtstaat, aldus de NVJ.
Immers, indien in kwesties zoals deze stelselmatig gedurende (lange) periode door infiltranten de identiteit van een journalist wordt aangemeten of toegang wordt verkregen tot vertrouwelijk journalistiek bronnenmateriaal, heeft dit een chilling effect op het goed kunnen functioneren van de journalistiek en daarmee van de rechtstaat.

Kwetsbare bronnen, klokkenluiders die anoniem wensen te blijven, moeten er in dat geval serieus rekening mee houden dat hun identiteit kenbaar wordt bij Justitie of AIVD. Dit betekent dat er een klimaat kan ontstaan waarbij misstanden niet aan het licht zullen komen en van enige democratische controle op overheidsdiensten niet langer sprake kan zijn.