Niets is waar, alles is waar en de rest is propaganda

maandag 7 maart 2016

In een achtergrondverhaal probeerde NRC-correspondent Guus Valk onlangs de vraag te beantwoorden hoe het profiel eruit ziet van de Donald Trump-achterban. Trump-aanhangers, zo blijkt, hebben geen hoge pet op van de journalistiek, geloven de gevestigde media voor geen cent en zijn niet afkerig van samenzweringstheorieën. 

Valk voert een man op die zegt in Trump geïnteresseerd te zijn geraakt toen deze Obama’s geboorteland ter discussie stelde. Hoewel Obama’s geboortebewijs aangeeft dat hij in de VS is geboren, zou dat volgens de Trump-aanhanger, wel vervalst zijn. Ook is hij - net als Trump - ervan overtuigd dat Obama eigenlijk moslim is. Opperrechter Antonin Scalia, die in februari op 79-jarige leeftijd overleed, was vermoord. ‘Ze vonden een kussen op zijn gezicht, aldus Trump. Dat dit door geen enkele serieuze nieuwsbron wordt gestaafd is niet het probleem van presidentskandidaat Donald J. Trump.

Trump zelf liet meermalen weten niets op te hebben met de journalistiek en het journaille. Sinds hij kritisch werd geïnterviewd door Fox-journaliste Megyn Kelly wordt ook deze conservatieve zender door hem geboycot. Volgens Guus Valk speelt Trump voortdurend met de waarheid omdat we, zoals hij zegt, niet meer weten wat waar is en wat niet. Daarom moet Amerika het zekere voor het onzekere nemen en een muur bouwen om de illegale immigranten buiten te houden en moslims verbieden naar de VS te komen.

Trumps’ houding ten opzichte van de journalistiek lijkt curieus veel op die van een man die hij grenzeloos zegt te bewonderen: president Vladimir Poetin. Poetin’s belangrijkste propaganda orgaan in het Westen is Russia Today. In een interessante analyse van Russia Today’s directeur Pavel Koshkin wordt met zoveel woorden gezegd dat echte objectiviteit niet bestaat en dat bij een geopolitieke confrontatie journalisten natuurlijk existentiële keuzes maken en de ‘eigen’ kant kiezen.

Informatieoorlogen horen nu eenmaal bij de èchte oorlog die op de grond wordt uitgevochten. Vanuit die perceptie is alle journalistiek propaganda en onpartijdigheid een mythe. Koshkin schildert een situatie waarbij Westerse experts het hebben over ‘het cynisme, het gevaar en de agressiviteit van de Kremlin propaganda’, terwijl Russische experts geobsedeerd zijn door de ‘Westerse hegemonie’ in de internationale berichtgeving en een tegengeluid willen laten horen.

Koshkins’ artikel verscheen als reactie op de zorgen van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) over de rol van propaganda, vooral in het conflict in de Ukraine. De OVSE-vertegenwoordigster voor Persvrijheid,  Dunja Mijatović, probeerde een dialoog op gang te brengen tussen Ukraïnse en Russische journalisten en organiseerde trainingen journalistieke ethiek voor jonge journalisten uit beide landen. Op haar initiatief werd in februari de bijeenkomst gehouden in Wenen over ‘Propaganda voor Oorlog en Haat en Persvrijheid’.

Een van de conclusies van die bijeenkomst was dat het bloedgevaarlijk is als het publieke domein wordt beheerst door propaganda. Het wordt dan moeilijker aan betrouwbare informatie te komen en mensen kunnen niet langer hun meningen en ideeën vrijelijk uitdragen. Een effectief antwoord op propaganda is daadwerkelijke persvrijheid, media pluralisme en kwalitatieve journalistiek.

Propaganda die rechtstreeks oproept tot haat, geweld, vijandschap, onverdraagzaamheid en discriminatie moet, volgens het internationaal recht, strafbaar gesteld worden. Maar in werkelijkheid neemt de afgelopen jaren de stortvloed aan misleidende informatie, stereotyperingen en leugenachtige berichten over complottheorieën, gemartelde kinderen, massagraven en aanrandingen alleen maar toe. Dat geldt zeker voor de berichtgeving over conflicten aan de rand van Europa; in de Ukraine, Turkije en het Midden-Oosten.

Het feit dat iedereen voor journalist kan spelen via sociale media heeft het probleem verergerd. Volgens Dunja Mijatović maken het globale open medialandschap en de sociale netwerken het onzinnig propaganda met anti-propaganda te beantwoorden of bepaalde TV-zenders of websites te blokkeren. Als je eenmaal met censuur begint, is het einde zoek.

Sommigen hebben Trumps’ succesformule samengevat als: social media + reality TV: korte, kernachtige boodschappen en het vasthouden aan een (autoritair) personage dat kennelijk bij velen tot de verbeelding spreekt. In de wereld van Donald Trump en Vladimir Poetin is de grens tussen werkelijkheid en fictie vervaagd.  Het is een geraffineerd en opportunistisch spelen met de werkelijkheid, waarbij waarheidsvinding of ethische waarden van ondergeschikt belang zijn. Het is: propaganda.

Het beste antwoord op propaganda is moedige, professionele en onderzoekende journalistiek. Wat dat betreft rust er een grote verantwoordelijkheid op de schouders van het ‘journalistieke gilde’; individuele journalisten en journalistieke beroepsorganisaties. Journalistiek is tenslotte de discipline die pretendeert te achterhalen wat er werkelijk gebeurde, gebeurt en mogelijk zal gebeuren.