Natuurlijke tegenpolen

dinsdag 12 juni 2018

Onlangs was ik te gast op de communicatieafdeling van één van de academische ziekenhuizen. Met het ‘gevalletje’ Zembla versus UMC Utrecht - waarbij journalist Ton van der Ham de toegang tot een persconferentie werd ontzegd waarna hij door de politie werd meegenomen - nog vers op ieders netvlies, was de relatie tussen en journalisten en woordvoerders/voorlichters uiteraard ook onderwerp van gesprek.

Men was het erover eens: de ‘collega’s’ uit Utrecht hadden de kwestie op zijn minst ‘onhandig aangepakt’. Niet goed voor de reputatie van het ziekenhuis en niet goed voor de verstandhouding met het journaille. Tegelijkertijd had men begrip voor de kramp waarin men in Utrecht kennelijk terecht was gekomen. Want ‘sommige journalisten halen het bloed onder je nagels vandaan’.

In 1992 startte ik aan de deeltijdopleiding journalistiek van de Academie voor Journalistiek en Voorlichting (AJV) in Tilburg. Tegelijk met een vriendin die meer zag in de voorlichtingskant van de communicatiebranche. Gebroederlijk volgden alle 90 studenten (journalisten en voorlichters in spe) dezelfde propedeuse. We leerden onder meer dat we in de toekomst elkaars natuurlijke tegenpolen zouden zijn en dat er altijd een bepaalde spanning zou staan op de werkrelatie. Nadat we bij wijze van training een jaartje op elkaar hadden geoefend, was het iedereen duidelijk; spanning is inherent aan het feit dat de rollen verschillend zijn en spanning houdt iedereen scherp. Na de propedeuse gingen twee soorten studenten ieder hun eigen weg en drie jaar later stuurde de AJV een nieuwe lading afgestudeerden de markt op; iets meer journalisten dan voorlichters.

Deze week startte het Het grote journalistenonderzoek 2018. Tegelijkertijd vindt onder persvoorlichters Het grote woordvoerdersonderzoek 2018 plaats. In beide onderzoeken ruim aandacht voor de onderlinge verhoudingen. De uitkomsten ervan zullen niets veranderen aan de verschillen tussen beide beroepsgroepen, want die zijn nou eenmaal een noodzakelijk gegeven. Neemt niet weg dat we het met elkaar moeten doen en dat het dus geen kwaad kan om in de werkrelatie te investeren. Te beginnen met het maken van onderscheid tussen de rol en de persoon. Als ik me niet vergis is dát wat achterwege bleef in Utrecht.