Ik stop

woensdag 22 juni 2016

Ik stop – eerder dan ik had gehoopt en beloofd – als bestuurslid bij de NVJ. Met pijn in hart en met een schuldgevoel: ik ben tenslotte gekozen en wanneer gekozen volksvertegenwoordigers opstappen, vind ik dat ook maar stom.

Acht maanden geleden werd ik moeder van een prachtige zoon, Anas. Toen ik zwanger was, dacht ik nog dat ik een drukke freelancepraktijk prima zou kunnen combineren met zorgen voor een kindje en het bestuurslidmaatschap. Maar dat valt tegen. Het is al heel wat om het fulltime werken goed samen te laten gaan met de zorg voor zo’n kleintje. Ik wil niet te veel missen van zijn ontwikkeling en er voor hem zijn. Op mijn mamadag of in de avonden me inzetten voor de NVJ, gaat dus niet.

Als bestuurslid kijk ik terug op twee bijzondere jaren. Eigenlijk had ik niet eens verwacht dat lid zijn van het hoofdbestuur van de NVJ zo interessant en enerverend zou kunnen zijn. Ja, het betekent veel vergaderen en overleggen. Maar het betekent ook: mooie plannen bedenken en op de rails zetten (trots ben ik bijvoorbeeld op het mentorenprogramma dat straks een tweede ronde ingaat), actievoeren (ik stond voor een dichte deur van het Turkse consulaat en mijn foto met een afgetapete mond en een bordje in mijn hand met #journalismisnotacrime ging de sociale media over), interessante bijeenkomsten bijwonen en nadenken over de toekomst van ons vak. En dan heb ik het nog niet eens gehad over al die leuke collega’s die ik ontmoette tijdens het bestuurswerk.

Er komt dus een enerverend plekje vrij in het hoofdbestuur, en ik wil NVJ-leden oproepen zich kandidaat te stellen. Als bestuurslid kun je veel betekenen voor ons vak, en ga je ook nog eens een interessante tijd tegemoet. Ik hoop dat ik straks uit meerdere kandidaten kan kiezen en eens heel goed moet nadenken op welke journalistieke topper ik mijn stem mag uitbrengen.