Help, de rechter googelt!

vrijdag 12 april 2013

Sommige mensen komen overal mee weg. Frits Bolkestein zegt zonder gêne in een recent Parool-interview volslagen digibeet te zijn: hij doet alles met pen, papier en schaar  en Jan Wolkers durfde ooit in een lezing te zeggen dat hij dacht dat een laptop een soort schoothondje was. Maar de gemiddelde werkende mens kan zich in dat opzicht maar beter niet laten kennen, al mogen wij juristen gelukkig nog best een beetje achterlijk zijn. Onlangs bleek dat tweederde van de Britse advocatenkantoren weliswaar een twitteraccount heeft, maar dat daarop in veel gevallen niets gebeurt. En zo’n twittercoma is dan weer contraproductief want dat suggereert “laziness and a lack of initiative”. Een hele opluchting: liever geen account dan een leeg account. Rechters hebben zo ook hun problemen door het wereldwijdeweb, want recent rees in de vakliteratuur de vraag: “Mag de rechter googelen?”.

De rechter moet, zo bepaalt de wet een geschil tussen twee partijen beslissen op basis van feiten die door de strijdende partijen zijn aangevoerd. Hij mag zijn beslissing niet baseren op een feit waarop geen beroep is gedaan, tenzij het gaat om een feit van algemene bekendheid, waarvan dus ook een rechter uit eigen wetenschap de hoogte is. Als de rechter zijn wijsheid ontleent aan een avondje googelen en daarop zijn vonnis baseert, kan zich een probleem voordoen.
Want soms blijkt de gegoogelde kennis helemaal niet zo van algemene bekendheid.  
Wat te denken van de rechter die moest oordelen over een zaak waarin de omzet van een caféhouder ter discussie stond. In het vonnis werd vermeld dat het Hof uit eigen wetenschap kennis had van de inhoud van een fust bier (220 glazen van 28 cl., méér glazen van 22 cl.), tap-, doorspoel- en leidingverliezen en verliezen door gratis weggeschonken consumpties (zogenoemde representatieverliezen). De rechter kwam op basis van die informatie tot een omzet. De meeste burgers en dus ook rechters zullen deze kennis niet zomaar kunnen ophoesten, dus was dit nou kennis van algemene bekendheid of van kroegtijgers? De Hoge Raad vond de kennis in ieder geval niet zo algemeen bekend dat het Hof niet aan had moeten geven hoe zij aan die wijsheid was gekomen, zodat partijen daarop hadden kunnen reageren. Door dat niet te doen was het beginsel van hoor en wederhoor (ja, dat geldt ook voor rechters!) geschonden.
Mag de rechter dan nooit googelen? Dat wel, ook de rechter heeft recht op zijn internetwijsheid, maar hij moet zijn kennis wel op een zodanig moment aan de partijen presenteren, dat er nog inhoudelijk weerwerk mogelijk is. In ieder geval mag hij niet als iedereen is uitgesproken de bouwstenen voor een rechtvaardig vonnis op het internet bij elkaar googelen.    

12 april 2013
Yvonne Berkeljon
Advocaat NVJ