Aanpak urgente problemen persalarmering

vrijdag 9 augustus 2013

Uiterlijk dit najaar zal een aanmerkelijk groter deel van de politiemeldingen zonder tussenkomst van een woordvoerder door de meldkamers naar buiten worden gebracht. Ook zal het nu per regio verschillende persalarmeringsbeleid worden geüniformeerd, zodat in alle politieregio’s dezelfde incidenten direct via P2000 worden doorgegeven. Dit hebben Yvette Moll en Bernard Jens, verantwoordelijk bij de Nationale Politie voor de media, gisteren toegezegd tijdens het eerste overleg van de nieuwe werkgroep Politie-Pers van de NVJ.

Tijdens het overleg kwamen twee probleempunten die in alle regio’s spelen naar voren: ten eerste het gebrek aan een snelle en volledige alarmering van journalistiek relevante incidenten en ten tweede het respecteren van de rechten van politieperskaarthouders door agenten ter plaatse. Een grote afvaardiging van de werkgroep was aanwezig om de urgentie uit te drukken van de problemen. De werkgroep concludeert dat het niet gaat om incidentele problemen, de persalarmering is in bijna alle regio’s ernstig onder de maat. Politieperskaarthouders lopen bovendien tegen het probleem aan van slecht opgeleide agenten en andere toezichthouders, als het gaat om de rechten van de pers bij een incident. Yvette Moll en Bernard Jens waren onder de indruk van de omvang van het aantal klachten. Zij benadrukten gisteren de urgentie die zij willen geven aan het oplossen van deze problemen.

Om tot een betere alarmering rechtstreeks via de meldkamers te komen, is toegezegd dat uiterlijk dit najaar een aanmerkelijk groter deel van de meldingen zonder tussenkomst van een woordvoerder door de meldkamers naar buiten worden gebracht. Bovendien zal het nu per regio verschillende beleid worden geüniformeerd, zodat in alle regio’s dezelfde incidenten direct via P2000 worden doorgegeven.

Het voorstel voor een aangepaste “groene en gele lijst” zal dit najaar in het korpsmanagementoverleg worden vastgesteld. Daarna worden de meldkamers hierover geïnstrueerd. Hierbij blijven altijd enkele typen incidenten over die niet direct in de persalarmering kunnen gaan, en waarbij de meldkamer eerst overleg voert met de dienstdoende woordvoerder. Het automatiseren van de verzending van meldingen is voorlopig niet mogelijk, dit blijft een handmatige handeling voor de meldkamercentralist. Zodra de nieuwe lijst is goedgekeurd zal vanuit de verschillende eenheden met de meldkamerleidingen worden gesproken om te kijken hoe een consequente en snelle verzending van de persalarmeringen kan worden gerealiseerd.

Daarnaast zal de komende tijd overleg worden gevoerd of er specifiek voor de beroepsgroep mogelijkheden kunnen worden ontwikkeld, die meer inzicht geven in de melding/ het incident. Daarover zal ook separaat overleg worden gevoerd met het ministerie van Veiligheid in het kader van een nieuw P2000-systeem, dat overigens pas in 2017 zal worden geïntroduceerd.

Een tweede grote probleempunt, dat is besproken, betreft de kennis van de rechten van politieperskaarthouders op de plaats delict. Hierover werden gisteren twee afspraken gemaakt: er wordt door een werkgroep uit verschillende eenheden gewerkt aan één standaardpresentatie die aan de nieuwe instroom van agenten kan worden gegeven. Hierbij is het de bedoeling ook een lokale/regionale journalist te betrekken, die een onderdeel van de presentatie voor zijn rekening neemt.

Verder zal er uiterlijk in oktober een uniforme instructie aan alle korpsen worden vastgesteld, die zowel op de achterzijde van de nieuwe 2014-15 LPP-Rellenkaart zal worden afgedrukt als op de diverse intranetsites van de politie zal worden verspreid. Een dergelijke korte en heldere tekst met de rechten van politieperskaarthouders kan problemen en fricties bij incidenten voorkomen. De tekst, die het korps Rijnmond al hanteert, zal hiervoor als basis dienen. Mocht het toch tot discussie aan het lint komen, is de afspraak dat eerst met de dienstdoende woordvoerder wordt gebeld en bij een blijvend probleem melding wordt gedaan en een klacht wordt ingediend bij de NVJ.

Tenslotte is kort gesproken over de beperkte bereikbaarheid van woordvoerders in diverse regio’s, met name in het Noorden, waar na 3 uur ’s middags bijna niemand bereikbaar is. Moll heeft toegezegd hier achteraan te gaan, omdat in het hele land woordvoering tijdens kantooruren goed bereikbaar dient te zijn en daarbuiten duidelijke piketdiensten moeten gelden bij calamiteiten. Overigens bestrijdt de woordvoerder van Noord-Nederland de beperkte bereikbaarheid van de mediadesk. Gemiddeld is het bureau tot 5 uur bereikbaar en beschikbaar en als het om calamiteiten gaat zijn er 24/7 twee piketwoordvoerders in dienst en bereikbaar.

Het vervolgoverleg vindt plaats op 14 november a.s., waarin de hierboven gemaakte afspraken voor een belangrijk deel gerealiseerd zullen zijn.