‘Hé madame, kom je vanavond barbecuen?’

zondag 3 mei 2009

Veel journalisten weigeren om de Parijse voorsteden nog te bezoeken maar Parijs-correspondent Saskia Dekkers vindt dat ze niet mag wegblijven. ‘Als je stopt met berichtgeving weet je helemaal niet meer wat er plaatsvindt’, zegt ze in haar reactie op de Persvrijheidlezing 2009 van minister Eberhard van der Laan.

In oktober 2007 kreeg Saskia Dekkers, correspondent in Parijs voor o.a. het NOS Journaal, een telefoontje van het programma NOVA of zij kon reageren op de uitspraak van hoofdcommissaris Bernard Welten over zijn vrees voor Parijse toestanden in het Amsterdamse stadsdeel Slotervaart. Ze somt de feiten op. 2200 probleemwijken, 40% werkloosheid in de leeftijdsgroep 18-25 jaar (voor de crisis), 200 tot 300 auto’s in brand en dat in een normaal weekend. De agressie in de Parijse voorsteden neemt toe is haar indruk. Zelf heeft ze ook het nodige meegemaakt. Ze werd met stenen bekogeld en achtervolgd. Veel journalisten weigeren om de bewuste voorsteden nog te bezoeken maar zelf vindt ze dat ze niet mag wegblijven. ‘Als je stopt met berichtgeving weet je helemaal niet meer wat er plaatsvindt.’ In haar geval is dat een kwestie van goede voorbereiding. Ze beschrijft een werkdag. ‘Een warme namiddag. Er zijn gemeenteraadsverkiezingen, er is veel onrust in deze voorstad. We gaan de wijk in. Jongeren hangen rond, we halen diep adem, stappen de auto uit en zoeken contact met het groepje dat er het meest dreigend uitziet. Ze zijn overrompeld want ze zien niet vaak een blanke vrouw die het durft om op hen af te komen. Ik laat zien dat ik niet bang ben en ik stel me voor. We zeggen dat we alle partijen aan het woord willen laten komen. Hun commentaar klinkt oprecht. Ik vraag of ze het goed vinden of we hen filmen. Pas als we de groep hebben overtuigd komt de camera. Na afloop wordt me gevraagd: hé madame, kom je vanavond barbecuen?’

Saskia Dekkers gaat zorgvuldig te werk. ‘Ik behandel mensen zoals ik zelf behandeld wil worden. Ik zou het ook vervelend vinden als iemand met een draaiende camera op me af zou komen.’ Ze filmt nooit zonder toestemming van iedereen en ze probeert ook positief nieuws te brengen. Toch wordt ook Dekkers dikwijls vijandig begroet. ‘Maar uiteindelijk zijn ze blij dat ze hun verhaal konden doen.’
Waar komt die agressieve sfeer dan vandaan? Veel televisieploegen rijden langs, legt ze uit, en doen hun werk vanuit hun autoraampje. ‘Vaak zijn ze op sensatie belust, op een genuanceerde mening zijn ze niet uit. Het smerigste wordt in beeld gebracht. Dat wekt agressie op. De jongeren op hun beurt willen wel aan dat sensationele beeld voldoen. Het wordt het spel van de macht van de straat. Wat is er leuker dan een tv-ploeg op te jagen?’

Dekkers vindt dat het geweld toeneemt. Elke maand zijn er wel rellen maar het is rustig in de berichtgeving en dat verontrust haar. De overheid draagt daar aan bij. Na oud en nieuw werd gesproken over een rustige nacht, maar na sluiting van de kranten kwam het nieuws naar buiten dat het onrustiger was geweest dan ooit. Er wordt weinig bericht over de voorsteden en dat is niet goed, zegt Dekkers. ‘De banlieues staan niet op de prioriteitenlijst maar het is een tijdbom die kan overslaan naar andere wijken in Europa. We mogen niet doen aan zelfcensuur, dan willen we toch niet?’