‘Alles draait om ervaring, kwaliteit en ambitie’

zondag 26 september 2010

Tim Overdiek van het NOS Journaal, Jan Dijkgraaf van Powned en Willem Schouten van Sp!ts vertelden tijdens de Nacht van de Journalistiek op 25 september over sollicitatiebrieven en sollicitanten. ‘De beginzin: “ik las uw vacature” is dodelijk.’
Jan Dijkgraaf (l), Tim Overdiek en Willem Schouten. Foto: Gerard Til

Jan Dijkgraaf, hoofdredacteur van Powned, vertelt graag over zijn schoenentruc bij Metro. ‘De sollicitant geeft de perfecte antwoorden. Alles deugt. Maar is hij ook een mens, of is hij alleen een robot?’ Dan vraagt Dijkgraaf de kandidaat om zijn schoen uit te trekken en op tafel te zetten. ‘Als hij zegt dat je helemaal gek bent, dan heeft hij goed geantwoord. Als hij zijn schoen op tafel zet en antwoord geeft op de vraag wat die schoen over jou zegt, is dat ook goed. Maar wie stil valt, valt door de mand. Wat ik doe is ontregelen, want journalisten worden dagelijks ontregeld.’
Hoe hoe reageert Jan Dijkgraaf dan op een gat in een sok? ‘Dat spreekt alleen maar voor je.’
En twee verschillende sokken? ‘Nog beter. Dat betekent dat je flexibel bent.’

Banen in de journalistiek zijn schaars. Zo schaars dat er voor vijf plekken soms wel 500 brieven binnenkomen. Dit jaar zag Willem Schouten, hoofdredacteur van Sp!ts, er honderden voorbijkomen. De krant had dit jaar meer vacatures dan in andere jaren, mede dankzij de zogenoemde Plasterk-regeling. In de afgelopen vier maanden werden twee jonge redacteuren aangenomen. Zijn ervaring is dat de journalisten die een school voor de journalistiek hebben doorlopen doorgaans eenvormig reageren. De brief is keurig opgesteld maar nauwelijks gefocust op het medium zelf. De kracht is juist om het anders te doen. De hoofdredacteur van Sp!ts vindt het bovendien verbazingwekkend hoe passief veel mensen reageren. ‘Het is soms de omgekeerde wereld tijdens een sollicitatiegesprek. Ik moet de sollicitant overtuigen om bij de beste krant te werken, in plaats van andersom. Bovendien lezen veel sollicitanten niet eens de krant van die dag. Dan hoeft het bijna niet meer.’
Tim Overdiek, adjunct hoofdredacteur van het NOS Journaal, kan erover meepraten. ‘Als iemand het Journaal niet heeft gezien, dan ben ik klaar. Daar straalt geen enkele ambitie van uit.’ Volgens Overdiek moet je als sollicitant niet al te bescheiden zijn maar laten weten dat je veel weet, veel kan en veel ervaring hebt. ‘Het draait allemaal om ervaring, kwaliteit en ambitie. Heb je die ervaring nog niet als jonge journalist, zorg er dan voor dat je tijdens je opleiding ervaring opdoet. Zorg ervoor dat je een voorsprong hebt op de rest. En kom alles te weten over het medium en ook over de personen die je tijdens je sollicitatiegesprek tegenover je krijgt.’

Een sollicitant moet opvallen. Maar, de sollicitant moet vooral ook zichzelf zijn, vindt Jan Dijkgraaf. ‘Je bent een merk dat zich moet verkopen. Als je jezelf niet kunt verkopen, behoor je tot de meerderheid die afvalt. De beginzin: “ik las uw vacature” is dodelijk.’
Een goede brief haal je er zo uit, vindt hij. Maar goede brieven worden steeds schaarser. ‘Ik zou de opleidingen adviseren hier een apart vak van te maken.’
Een brief moet zo helder en direct mogelijk zijn met een onderscheidend taalgebruik, aldus Tim Overdiek. ‘Je hoeft in die fase geen productie of een gepubliceerd werk mee te sturen. Maar als je wordt uitgenodigd zou ik adviseren om een volle tas mee te nemen.’ Hij stuurt kandidaten wel met een proefopdracht op pad. ‘Ik wil zien of ze tegen stress kunnen.’ Willem Schouten vindt het wel prettig als verhalen worden meegestuurd. ‘Dan kun je zien hoe iemand schrijft.’ Maar dan moet je erbij vragen wat de eindredacteur er mee heeft gedaan, reageert Dijkgraaf. ‘Als de sollicitant niets antwoordt, dan weet je dat hij liegt, want iedere eindredacteur verandert in een verhaal.’ Bij Powned moesten kandidaten hun tien beste ideeën meenemen, vertelt hij. Dat bleek niet goed uit te pakken. ‘Een van de kandidaten kwam met briljante ideeën, maar die bleken niet van hemzelf te zijn. Voortaan laat ik ze ter plekke ideeën bedenken.’ Vooraf googlet hij de namen van de kandidaten. ‘Ik lees vooral de laatste pagina’s op Google.’
Willem Schouten liet onlangs de sollicitanten een proefopdracht maken. ‘Die mochten ze een dag later inleveren. Ik ben niet op zoek naar het beste verhaal, maar kijk naar lef en het beste idee. Hoe hebben ze de opdracht opgepakt, welke vragen stelt iemand wel, en welke niet.’

Is een sollicitatiebrief overigens nog wel van deze tijd? Tim Overdiek vindt van wel. ‘Ik vind een vel papier prettig. Het hangt van de vacature af. Iemand die digitale kanalen moet bedienen zou er voor kunnen zorgen dat de sollicitatiebrief via het web binnenkomt. Van iemand die solliciteert op een Teletekst-vacature verwacht ik een keurige brief zonder enkele tikfout.’ Ook Willem Schouten ontvangt liever brieven dan een YouTube-filmpje, ook al gaat het om de vacature voor een webredacteur. ‘Uiteindelijk moet iemand wel kunnen schrijven.’ De brieven die Jan Dijkgraaf per email binnenkrijgt worden alle uitgeprint. ‘Dat is praktisch, want je moet een brief rond kunnen laten circuleren. Maar’, waarschuwt hij, ‘stuur dan wel een Word-bestand mee en plak de brief niet in een Hotmail-bericht.’

De hoofdredacteuren zoeken naar mix van MBO-, HBO-, WO-achtergrond. Willem Schouten nam onlangs een MBO-journalist aan. Jan Dijkgraaf heeft een voorkeur voor een HBO’er. ‘Bij HP/De Tijd waren er twee stageplekken voor een HBO- en een WO-student. Een van de opdrachten was om alle betrokkenen van de Noord/Zuidlijn te spreken. Een leuke klus voor drie maanden. De HBO-stagiair ging direct enthousiast bellen en de WO-stagiair ging zich eerst verdiepen in de dossiers en gebruikte de laatste week om te bellen. Een HBO’er gaat te snel, een WO’er gaat te langzaam. Ik rem iemand liever af. Maar je moet wel een goede mix hebben.’

Dijkgraaf weet meestal binnen een paar minuten of iemand een geschikte kandidaat is. Sterker, hij weet het al vaak als hij de sollicitant voor het gesprek ophaalt en met hem of haar in de lift staat. ‘Het heeft met houding te maken, met gedrag, met uiterlijk … een kleffe hand. Het klinkt schandelijk, maar ik ben wel eerlijk. Ik zie mijn collega’s vaker dan mijn gezin en dan wil ik het graag naar mijn zin hebben.’
Op de vraag of hij ooit spijt heeft gehad op een uiteindelijke keuze antwoordt hij bevestigend. ‘Als je twijfelt in de proefperiode, stuur hem dan weg.’ Anderzijds is hij op zoek naar risicofactoren. Ik heb liever enkele ‘tienen’ en af en toe een ‘twee’ dan alleen maar ‘achten’.’
Willem Schouten zoekt onder de sollicitanten geen kopieën van zichzelf. ‘Je moet verschillende typen binnen je redactie hebben. Ikzelf heb verschillende kwaliteiten en sommige kwaliteiten heb ik niet die anderen wel hebben.’
Kritiek op het medium wordt gewaardeerd. ‘Onze standaardvraag tijdens een gesprek is wat we beter hadden kunnen doen’, zegt Tim Overdiek. Ook Schouten en Dijkgraaf willen weten wat er beter kan. ‘Ik vind het uitstekend als sollicitanten het medium slecht vinden’, zegt Dijkgraaf. ‘Maar ik ben pas echt geïnteresseerd als ze vertellen hoe het beter kan. Als je niet kritisch bent, ben je ook niet geschikt als journalist.’