Een freelance overeenkomst kan vrij eenvoudig worden beëindigd, maar een arbeidsovereenkomst niet. De scheidslijn tussen de arbeidsovereenkomst en de overeenkomst van opdracht is echter niet altijd even duidelijk. Daarom kan het van belang zijn om na te gaan of er feitelijk sprake is van een arbeidsovereenkomst.
Voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst moeten de elementen arbeid, loon en ondergeschiktheid aanwezig zijn. Weliswaar wordt ook binnen de opdrachtovereenkomst ‘arbeid’ tegen ‘loon’ verricht, maar doorgaans worden de werkzaamheden in zelfstandigheid verricht en ontbreekt daarmee het criterium ‘ondergeschiktheid’.
In de rechtspraak is er vaak discussie over de vraag of een arbeidsovereenkomst dan wel een opdracht (freelance)overeenkomst is gesloten. De reden is duidelijk: de arbeidsovereenkomst is in feite een ‘ticket to ride’ tot bijvoorbeeld ontslagbescherming, loondoorbetaling bij ziekte, maar ook tot een werkloosheidsuitkering (WW) na het einde van de arbeidsovereenkomst of een arbeidsongeschiktheidsuitkering (WIA), indien sprake is van (blijvende) arbeidsongeschiktheid. Vaak ontstaat de onenigheid als de werkgever/opdrachtgever de overeenkomst opzegt en de werknemer/opdrachtnemer zich beroept op het bestaan van een arbeidsovereenkomst, die niet zomaar opgezegd kan worden.
Criteria
Een rechter kijkt niet alleen naar de bedoeling van partijen, maar ook naar de feitelijke invulling van de overeenkomst. Het gaat om de totaalindruk, niet één element is beslissend. Omstandigheden die voor de rechter van belang zijn, zijn bijvoorbeeld:
- de wijze van honorering/ facturering;
- is er ruimte voor het aannemen van andere opdrachten;
- is de betrokkene economisch afhankelijk van deze aanbieder;
- wordt er doorbetaald bij ziekte;
- moet de betrokkene zich houden aan bepaalde roosters, werktijden, etc.
Dat de scheidslijn dun is, bewijst de zaak van een persfotograaf die gedurende een periode van 20 jaar (nagenoeg uitsluitend) voor één regionaal dagblad werkte. Jaarlijks werd een overeenkomst van opdracht gesloten. Op zeker moment besloot het dagblad een einde te maken aan de relatie. De fotograaf meende dat een arbeidsovereenkomst tot stand was gekomen, die niet zomaar beëindigd kon worden. De kantonrechter was het met hem eens en hechtte doorslaggevende betekenis aan de economische afhankelijkheid van de fotograaf. In hoger beroep werd de beslissing vernietigd. Geen arbeidsovereenkomst meende het Hof, met name omdat er facturen met btw werden verstuurd, en er niet werd doorbetaald tijdens ziekte en vakantie. Keiharde, vaste regels zijn dus niet voorhanden. Nog steeds moet de rechter geregeld afwegen, interpreteren en uitsluitsel geven.