Hoe is de exclusiviteit van de NVJ in het cao-overleg ten aanzien van de journalistieke onderwerpen vastgelegd?

Om het journalistieke gedeelte te waarborgen is er bij de totstandkoming van de cao voor het Uitgeverijbedrijf een afspraak gemaakt over een preambule. Hoe zijn de afspraken vastgelegd en waarom is deze preambule zo belangrijk voor de NVJ?

Antwoord

De NVJ wilde haar exclusiviteit in het cao-overleg ten aanzien van de journalistieke onderwerpen expliciet bevestigd en benadrukt zien, naast het feit dat de NVJ samen met de andere vakbonden ook cao-overleg voert over het algemene gedeelte. Dit is in een preambule vastgelegd.

In het algemene gedeelte van de cao voor het Uitgeverijbedrijf trekt de NVJ samen op met de andere vakbondspartijen. Voor wat betreft het journalistieke gedeelte is de NVJ de exclusieve partij aan werknemerszijde met wie de arbeidsvoorwaarden voor journalisten en de journalistieke onderwerpen moeten worden besproken. Werkgevers kunnen niet met andere bonden dan de NVJ over het journalistieke gedeelte praten.

Het vastleggen van de journalistieke kernwaarden was bij de totstandkoming van de cao voor het Uitgeverijbedrijf een cruciaal punt voor de NVJ. Het betekent namelijk dat medezeggenschap van de redacties over structuurwijzigingen bij reorganisaties, het samengaan van titels en de onafhankelijkheid van de redacties, is vastgelegd. Bovendien krijgen redactieraden en -commissies dezelfde opleidingsfaciliteiten als ondernemingsraden.

cao cao uitgeverijbedrijf werknemers