In 2008 is de NVJ gestart met een verkenning naar de totstandkoming van één journalistieke cao. Aanleiding hiervoor waren de digitale en crossmediale ontwikkelingen in de sector, waardoor schotten tussen print- en internetredacties wegvielen. Zowel tijdens de bestuursconferentie in 2012 was de cao het onderwerp van gesprek, alsook tijdens bijeenkomsten in het land, waarbij de leden werd gevraagd wat er in elk geval geregeld moest zijn in hun cao. Daar kwam uit dat zowel de journalistieke onafhankelijkheid, het redactiestatuut, de redactionele medezeggenschap en de positie en betrokkenheid van de NVJ in de nieuwe cao verankerd moeten zijn.
Ook de werkgevers hadden een dergelijke initiatief genomen om te komen tot een bundeling van 6 cao’s tot 1 raam-cao. De NVJ wilde beslist voorkomen dat de oorspronkelijke journalistieke cao’s volledig op zouden gaan in deze zogenoemde raam-cao. De journalistieke verworvenheden moesten ook in de toekomst blijven gewaarborgd. In oktober 2014 werd uiteindelijk een akkoord bereikt over een preambule bij de journalistieke cao, waarin de exclusiviteit van de NVJ als onderhandelingspartner in het cao-overleg ten aanzien van de journalistieke onderwerpen is vastgelegd.