Tjeerd Royaards: ‘Ik zie mezelf als journalist’

Sinds kort heeft de NVJ er een werkgroep bij: de werkgroep journalistieke tekenaars. Een initiatief van onder andere cartoonist Tjeerd Royaards (39).

NVJ

‘Ik had al langer het idee om me bij de NVJ aan te sluiten, maar voor mijn gevoel werd er nog te weinig met cartoonisten gedaan. We waren niet zichtbaar op de site, en werden nooit genoemd in uitingen van de NVJ. Daar heb ik een paar keer kritiek op gehad en toen werd ik uitgenodigd door de NVJ om mee te denken. Na een paar bijeenkomsten, ook met andere cartoonisten, is daar het plan voor deze werkgroep uitgerold.’

Grappige plaatjes

‘Cartoonist is het minst innovatieve beroep ter wereld, zeg ik altijd, we doen nog altijd hetzelfde als 200 jaar geleden: grappige plaatjes maken die laten zien wat er mis is met de wereld. Maar de context is wel veranderd, het is steeds moeilijker geworden. Cartoonisten worden bedreigd en de uurtarieven worden steeds lager. Ik zie ook veel parallellen met de strijd die de fotojournalisten van de NVJ voeren, ik hoop ook dat we met hen samen kunnen werken.’

Manifest

‘We hebben een zeer beknopt manifest geschreven, waarin we focussen op belangenbehartiging en profilering, maar we willen ook activiteiten gaan organiseren. Ook om jonge tekenaars enthousiast te maken, want dat is ook een van de bedreigingen van het vak: er komen weinig tekenaars meer bij.’

Journalist

‘Ik zie mezelf als journalist. Natuurlijk zijn mijn cartoons subjectief maar ik baseer me op feiten en doe grondig research naar de onderwerpen waar ik over teken. Daarom is de werkgroep ook gericht op journalistieke tekenaars, om de groep zo breed mogelijk te maken. Ik schat dat er in Nederland zo’n dertig tot veertig mensen zijn die zoals ik politieke tekeningen maken, maar daarnaast zijn er nog veel meer tekenaars die zich verwant voelen aan de journalistiek, zoals illustratoren, of mensen die graphic novels maken. Ik hoop dat zij zich ook welkom voelen bij de werkgroep, want met hoe meer we zijn hoe meer we kunnen doen.’