‘We willen veel meer aan het grote publiek uitleggen wat journalisten doen, hoe ze dat doen en waarom; hoe zij zich onderscheiden; waaraan je hen kan herkennen en wat de regels van de journalistiek zouden moeten zijn.’
Wie: Jan Keulen (1950)
Wat: voormalig buitenlandredacteur en correspondent in Midden-Oosten en Latijns-Amerika; oud-directeur Doha Centre for Media Freedom; oud-docent journalistiek Rijksuniversiteit Groningen; actief als freelancer en auteur
Lid NVJ sinds: 1979
Actief voor de NVJ: lid beleidsteam Persvrijheid en kernteam Plus+
Hoeveel uur ben je ermee kwijt? Eén tot twee dagen per maand
Op maandagavond 17 april organiseert de NVJ samen met Jan Keulen en Ana van Es een tweegesprek over hun ervaringen als correspondent in het Midden-Oosten. Ga hier naar meer informatie
Wanneer ben je actief geworden voor de NVJ?
‘Mijn eerste daad voor de NVJ was het geven van een workshop over veiligheid, halverwege jaren tachtig. Je zou het de verre voorloper van PersVeilig kunnen noemen. Ik kwam er speciaal voor over uit Beiroet ten tijde van de burgeroorlog daar. Dat was op verzoek van toenmalig secretaris Hans Verploeg. Later vroeg hij of ik voor Free Voice - de voorloper van Free Press Unlimited - een persvrijheidsprogramma op wilde zetten voor journalisten in de Arabische wereld. Vervolgens ben ik vanaf 2015 twee jaar lid geweest van het hoofdbestuur van de NVJ met als portefeuille persvrijheid. Het was een logische stap om in 2021 namens Plus+ lid te worden van het beleidsteam Persvrijheid van de NVJ.’
Hoe heb je ten tijde van je correspondentschap persvrijheid beleefd in het buitenland en Nederland?
‘Ik heb in de Arabische wereld het Nederlandse model van persvrijheid nooit als een ideaal voorgehouden. Dat zou arrogant geweest zijn. De politieke context en mediacontext zijn zo wezenlijk anders. Wel nam ik de persvrijheid zoals die in Nederland en West-Europa geregeld is op een impliciete manier als voorbeeld. Op dit moment ervaar ik persvrijheid in Nederland als een groot goed dat onder druk staat. Als je jaren geleden op een feestje vertelde dat je journalist was, was de reactie “wat interessant”. Nu moet je jezelf als journalist verdedigen. Hier in Groningen kreeg een journalist niet zo lang geleden een molotovcocktail door zijn ruit gegooid. Dat vind ik ronduit schokkend. Het is illustratief waarom ik me blijf inzetten voor persvrijheid.’
Waar houdt het beleidsteam Persvrijheid zich mee bezig?
‘Onder andere met de vraag hoe het eigenlijk zit met het beroep van journalisten. Zou het kunnen helpen dat journalistiek een erkend beroep is in tijden dat de journalistiek onder druk staat? We hebben onderzoek gedaan naar omringende landen waar het beroep gereguleerd is. De conclusie was dat zo’n gereguleerd model niet de oplossing is. Ook in die landen staat de journalistiek onder druk. Maar wat dan wel? We willen veel meer aan het grote publiek uitleggen wat journalisten doen, hoe ze dat doen en waarom; hoe zij zich onderscheiden; waaraan je hen kan herkennen en wat de regels van de journalistiek zouden moeten zijn. Onder de werktitel “En dat noemt zich journalist” hebben we 11 regels samengesteld die kort en krachtig samenvatten waar journalistiek voor staat. Zoals: het publiek heeft recht op de waarheid, de journalist zoekt de feiten; we doen evenwichtig verslag en hanteren hoor en wederhoor; we werken zorgvuldig, onafhankelijk, zo transparant mogelijk zonder onze bronnen in gevaar te brengen, enzovoorts. Je kunt er de journalistieke beroepscodes in herkennen.’
Komt zo’n initiatief op tijd?
‘Nee, want het is een reactie op een negatieve ontwikkeling. Of we deze ontwikkeling voor hadden kunnen zijn? Ik weet het niet. Het is niet alleen het politieke klimaat of de polarisatie, het zijn ook de technische ontwikkelingen. Social media is eigenlijk een recent fenomeen. Een groot deel van de journalistiek speelt zich daar af, iedereen kan er iets opzetten dat op journalistiek lijkt maar het net niet is. Of je het nu overheidscommunicatie, bedrijfsreclame of propaganda noemt; om een grijs gebied te herkennen is het ook belangrijk om helder te zien wat wit is en wat zwart is.’
Welke rol speelt de journalist hier zelf in? Je hebt weleens gezegd dat journalistiek een dienend vak is: je bent er om je lezers of luisteraars zo goed mogelijk te informeren. Er zijn veel ijdele journalisten, maar journalistiek noopt juist tot nederigheid.
‘We hebben het hier toevallig ook over gehad in het beleidsteam. Ik was degene die zei dat we onder journalisten veel ijdele collega's hebben. Ik ben toen min of meer gecorrigeerd want je kunt ook zeggen dat deze collega’s heel erg bevlogen zijn. Je gaat er helemaal voor. Ik denk zelf dat het vooral gaat om de regel die we al benoemden: de journalist zoekt de feiten en het publiek heeft recht op de waarheid. Daar gaat het uiteindelijk om. In de Arabische wereld werd ik er van doordrongen dat journalistiek een dienend vak is, waar journalisten vaak onder regimes werken. In een vrij land waar mensen vrij zijn en informatie tot zich kunnen nemen, zijn zij ook vrij om hun opinie uit te dragen. De journalist heeft daarin de taak om iedereen te informeren. Daarom vind ik persvrijheid ook de hoeksteen van andere vrijheden. Ik vergelijk de journalist met een bouwvakker die een huis bouwt; uiteindelijk gaat het om de mensen die het huis bewonen.’
In je recente boek “De oorlog van gisteren” gaat het ook over de hoge prijs die je betaalt als journalist. Wat bedoel je daarmee?
‘Ik schrijf over mijn ervaringen als journalist die conflicten en oorlogen heeft verslagen en wat dat met mij heeft gedaan. Veel collega’s betalen een hoge tol. Journalistiek zal nooit een negen tot vijf kantoorbaan worden. Ik denk dat het lastig is om dit vak uit te oefenen zonder passie. Maar passie betekent onvermijdelijk dat je soms over grenzen heen gaat, of dat anderen over jouw grens gaan. Dat is de prijs waarover ik het heb. En je moet oppassen dat mensen daar geen misbruik van maken, bijvoorbeeld omdat journalisten met een tijdelijk contract heel kwetsbaar zijn.'
In mijn geval heb ik het over het verslaan van conflicten en oorlogen. Ik ben wel heel blij dat er nu veel meer aandacht is voor de werkomstandigheden en ook de psychologische kant van het werk. Dat is mede te danken aan de inspanningen van de NVJ.’
Vind je dat jonge journalisten voldoende bewust zijn van persvrijheid?
‘Ja, ik ben heel optimistisch en positief over jonge collega's. Ik zie een generatie van uitstekende journalisten die hun rol vervullen van waakhond op het gebied van wat de overheid doet of het bedrijfsleven. Journalisten zijn ook veel zelfkritischer geworden. Er zijn rubrieken waarin fouten worden toegegeven, media een eigen ombudspersoon hebben, of issues zoals diversiteit of intimidatie op de kaart zijn gebracht. Dat is op gang gekomen dankzij déze generatie.’
Kun jij het werk als actief lid aanraden?
‘Jazeker. Actief zijn betekent niet dat je elke dag hoeft te flyeren of op de barricades moet staan. Je kunt ook een activiteit van je eigen ledengroep bezoeken. Als je actief bent, maak je de club sterker en dat is uiteindelijk in jouw voordeel.’
Horen, zien, lezen
Televisie: ‘Ik ben een echte nieuwsfreak. Ik kijk naar Nieuwsuur, Buitenhof, Al Jazeera, BBC World. Nieuws vind ik vaak spannender dan series. Met mijn vrouw kijk ik naar detectives.’
Podcast: ‘“De coup van Qatar” van NRC. Erg informatief en mooi gemaakt. En: “Er is geen feestje” van Wouter Holsappel en Thijs Faber over Project X in Haren.'
Dagblad: ‘NRC en het Dagblad van het Noorden. En via internet vele andere kranten.’
Tijdschrift: ‘De Groene en De Correspondent.’
Journalist: ‘Carolien Roelants, columnist Midden-Oosten bij NRC en mijn Spaanse collega Ignacio Cembrero. Hij publiceert over Noord-Afrika, met name over Marokko en wordt daar op alle mogelijke manieren tegengewerkt. Een ontzettend moedige persoon die doorgaat, jaar in jaar uit.’
Muziek:‘Ja, Bob Dylan! Maar ik luister ook naar andere muziek. Indierock van Big Thief. En ik ben fan van de Algerijnse zangeres Souad Massi.’
foto: Jan Willem van Vliet
De NVJ is dé plek voor leden die zich willen inzetten voor kwaliteit en onafhankelijke journalistiek. Onze actieve leden praten en beslissen mee over alle journalistieke onderwerpen waar de NVJ een rol in heeft en hebben de ruimte om zelf initiatieven te ontplooien. In de reeks Actief in de NVJ maak je kennis met deze actieve (bestuurs)leden.