Ja/nee. In de cao staat dat de werknemer een opzegtermijn van één maand heeft. Maar… in beginsel is een jaarcontract ook ècht een jaarcontract en in dit geval loopt het contract door tot 1 mei 2017. Alleen als de mogelijkheid van tussentijdse opzegging uitdrukkelijk in het contract is opgenomen, kan eerder dan de afgesproken einddatum worden opgezegd (met inachtneming van de opzegtermijn) en vertrokken.
In de bedoelde arbeidsovereenkomst, die is ingegaan op 1 mei 2016, staat onder meer dat de werknemer 36 uur per week werkt, recht heeft op vijf weken doorbetaalde vakantie, kan deelnemen deelnemen aan de collectieve ziektekostenverzekering en recht heeft op reiskostenvergoeding. Ook is de cao voor het Uitgeverijbedrijf (voorheen cao Dagbladjournalisten) van toepassing verklaard. In deze arbeidsovereenkomst is echter niét de mogelijkheid van tussentijdse opzegging opgenomen.
Tussentijds vertrek maakt de werknemer dan ‘schadeplichtig’ als de werkgever de werknemer niet wil laten gaan. De werkgever moet immers mogelijk extra kosten maken nu hij voortijdig een vervanger moet zoeken. En dan is er de keuze tussen het uitdienen van het contract of overleggen over een voortijdige beëindiging. Een dergelijk overleg met de leidinggevende lost nog wel eens wat op: want wie wil er door met een onwillige werknemer ten slotte?
Houdt er dus rekening mee dat een tijdelijk contract in beginsel echt geldt voor de afgesproken termijn en dat zowel werknemer als werkgever niet zomaar tussentijds van elkaar af kunnen als die mogelijkheid niet in het contract is opgenomen.