De cao voor het Uitgeverijbedrijf is de rechtsopvolger van de 5 journalistieke cao’s en de cao’s voor het Dagbladuitgeverijbedrijf (DU) en het Boeken- en Tijdschriftuitgeverijbedrijf (BTU), te weten:
- de cao voor Dagbladjournalisten (CAO-DJ) - (tot en met december 2014)
- de cao voor Publiekstijdschriftjournalisten (CAO-PU) - (tot en met december 2014)
- de cao voor Opinieweekbladjournalisten (CAO-OP) - (tot en met december 2014)
- de cao voor Vaktijdschriftjournalisten (CAO-VAK) - (tot en met december 2014)
- de cao voor Huis-aan-huisbladjournalisten (CAO-HAH) - (tot en met december 2015)
- de cao voor het Boeken- en Tijdschriftuitgeverijbedrijf (CAO-BTU) - (tot en met december 2014)
- de cao voor het Dagbladuitgeverijbedrijf (CAO-DU) - (tot en met december 2014)
In de nieuwe cao zijn dus alle cao’s, inclusief de journalistieke cao’s, gebundeld en tegelijkertijd zijn de gemeenschappelijke journalistieke kernwaarden, zoals medezeggenschap en onafhankelijkheid, gewaarborgd in een apart deel van de cao.
De cao voor het Uitgeverijbedrijf bestaat uit 2 delen:
- het algemene gedeelte
- het journalistieke gedeelte. Dit deel van de cao wordt aangeduid als de journalistieke cao voor het Uitgeverijbedrijf (1 juli 2015 t/m 28 februari 2017)