Onderzoek arbeidspositie jonge journalisten

donderdag 21 maart 2013

Opleiding en beroepspraktijk liggen nog ver uit elkaar

De journalistieke arbeidsmarkt verschuift van vaste diensters naar freelancers en journalistieke opleidingen zijn hierop onvoldoende ingespeeld. Dat concludeert ViP, de jongerensectie van de NVJ. Zij deed onderzoek naar de huidige en toekomstige arbeidspositie van jonge journalisten. “Een jonge journalist die kans maakt op de arbeidsmarkt, heeft een scherpe blik, goede ideeën, is gespecialiseerd, multimediaal opgeleid en kan zich goed presenteren,” aldus Marloes Lemsom, voorzitter van de sectie ViP. De resultaten van het onderzoek Jonge journalisten op de arbeidsmarkt worden vandaag gepresenteerd tijdens de Ronde Tafelconferentie ‘Journalistiek: Werken en Opleiding VI’ in Den Haag.

Voor het onderzoek werden 26 hoofdredacteuren van nationale en regionale dagbladen, omroepen, tijdenschriften en websites ondervraagd (goed voor zo’n 6.800 arbeidsplaatsen). Zij gaven antwoord op vragen als: hoe is de arbeidspositie van jonge journalisten op dit moment, hoe ontwikkelt deze zich de komende jaren; welke expertise moet een ‘jonkie’ in huis hebben en waar zit de ruimte? Tegelijkertijd werden ook meer dan 40 oud-studenten met een werkervaringsplek benaderd en gevraagd naar hun mening over opleiding en kansen op de arbeidsmarkt.

Wat is de belangrijkste conclusie?


Marloes Lemsom: “De verschuiving van vaste dienst naar freelance. Nu werkt eenderde in vaste dienst en tweederde op basis van een freelanceovereenkomst. In 2014 verwacht de markt een daling van 3,3 procent dienstverband en een stijging van 5,1 procent freelance. Het overgrote merendeel van deze freelancers, 89 procent, werkt voor de krant, 6,4 procent voor radio en televisie, 3,4 procent voor tijdschriften en slechts 0,9 procent voor internetsites. En juist de internetsites verwachten nog groei van het aantal banen. Bij de andere media zie je vooral de verschuiving naar freelance. Zodra contracten aflopen of mensen met pensioen gaan, worden die plekken vervangen door freelancers.”

Uit het onderzoek blijkt dat de redacties vinden dat de opleidingen onvoldoende inspelen op deze ontwikkelingen.


“Klopt. Zowel de hoofdredacteuren als afgestudeerden vinden dat de opleidingen tekortschieten in hun aanbod. Er wordt te weinig aandacht besteed aan het zelfstandig ondernemen. Dus, hoe zet je jezelf in de markt, of hoe pitch je een verhaal bij een hoofdredacteur. Een ander gemis op de opleidingen zijn de multimediale vakken. Je leert bijvoorbeeld wel hoe je een artikel voor een krant moet schrijven, maar niet hoe je voor internet schrijft. Beide zijn aparte disciplines. Ook zouden studenten beter moeten worden opgeleid in monteren, of in het journalistiek toepassen van social media.”

Hoe ervaren hoofdredacteuren de verschuiving van vaste diensters naar freelancers?


“Op veel redacties zijn vaste contracten verleden tijd en krijgen jonge journalisten een freelancecontract aangeboden. Redacties zouden liever de verhoudingen anders zien, dus meer jongeren op de redactie. We hebben ook gevraagd wat hoofdredacteuren vinden van een regeling waarbij jonge journalisten de vrije dagen van oudere journalisten opvangen. De helft is voorstander en sommige redacties zeggen dit al te doen. De andere helft vindt zo’n regeling niet haalbaar, omdat jonge journalisten dan ook opgeleid moeten worden.”

Hoe maak je het onderscheid als jonge journalist?


“Uit ons onderzoek kun je verschillende tips halen. Een goede stage helpt. Redacties kijken altijd of jonge journalisten goede ideeën aandragen, een scherpe blik hebben, enthousiast zijn, snel en zorgvuldig werken, maar ook tijd voor reflectie nemen. En niet vasthouden aan traditionele media, want dat is niet realistisch. Verder zoeken hoofdredacteuren naar mensen met een specialisatie. Je hebt een voorsprong als je gespecialiseerd bent in datajournalistiek, apps of graphic. Maar ook kennis hebben van financiële markten en economie werken in je voordeel. En kennis van de Arabische taal en cultuur is mooi meegenomen. Overigens betekent het niet dat als je een specialist bent, geen generalist meer kunt zijn. Want ook aan goede generalisten blijft behoefte.”

Waar zijn jonge journalisten sterk in?


“Ze hebben een frisse blik, kunnen snel werken en weten hoe ze social media en internet kunnen gebruiken. Wat hoofdredacteuren heel belangrijk vinden is hoe je je als journalist boven de anderen uit stijgt. Iemand uit ons onderzoek zei: ‘Je moet je stinkende best doen. Als je je vastbijt, blijft bellen tot 8 uur in plaats van 5 uur en er komt nog iets uit ook, dan laat je echt wat zien.”

Maken de hoofdredacteuren verschil tussen HBO en universitair geschoolde journalisten?


“Eenderde van de redacties heeft een voorkeur voor HBO, omdat de studenten praktijkgericht zijn. Tweederde kiest voor universitair, omdat ze inhoudelijker zijn en de praktijk leren ze wel. Zo’n 30 procent van de hoofdredacteuren zegt wel dat het aan basisvaardigheden ontbreekt, zoals schrijven en telefonisch interviewen.”

Hoe ervaren de zogeheten Plasterk-journalisten, afgestudeerden met een werkervaringsplek, arbeidsmarkt en opleiding?


“De meeste zijn goed terechtgekomen. Driekwart zegt voorstander te zijn van nieuwe Plasterk-banen. Ze vinden bijvoorbeeld dat redacties goede digital natives kunnen gebruiken. Maar er zijn ook Plasterkers die vinden dat de regeling eigenlijk de vaste banen in de weg staat en zorgt voor veel verloop.”

6 tips…
om kansen te vergroten