Tweede Kamervoorzitter Anouchka van Miltenburg is van mening dat het niet de bedoeling kan zijn dat een gemaakt interview met een Kamerlid achteraf verboden kan worden. Zij heeft in een overleg met Max van Weezel en Thomas Bruning namens de NVJ, en Jos Heymans namens de Parlementaire Pers Vereniging, toegezegd om deze gewijzigde persregel te bespreken in het Presidium van de Tweede Kamer.
Draaiende camera
De NVJ had haar onvrede overgebracht over de regel die het mogelijk maakt dat als een Kamerlid met draaiende camera wordt ondervraagd, hij of zij mag bepalen of de beelden op televisie komen. De NVJ vindt dat volksvertegenwoordigers hier een voorbeeldfunctie hebben. Een reglementair vastgelegd recht op het verbieden van uitzending van een gegeven interview is niet alleen principieel in strijd met de regels van een vrije pers, maar heeft bovendien een negatieve uitstraling op vertegenwoordigers van andere publieke instanties.
Presidium
Van Miltenburg deelde de zorgen op dit punt en gaf aan dat dit nooit de bedoeling van de regels kon zijn. Ze zegde toe om deze zaak in het Presidium aan de orde te stellen, zodat mogelijke onduidelijkheden op dit punt in de regels voorkomen kunnen worden door het aanpassen van deze tekst.
Beeldverslaggeving
Daarnaast heeft de NVJ een pleidooi gehouden om een zo groot mogelijk deel van de Tweede Kamer open te houden voor beeldverslaggeving. Het gaat hier immers om een semi-openbare ruimte en gekozen volksvertegenwoordigers horen gewend te zijn aan publieke aandacht. De Kamervoorzitter reageerde hierop met de stelling dat er internationaal gezien al heel veel bewegingsvrijheid is voor de pers in het parlementsgebouw en dat ze daar graag aan vasthoudt. Tweede Kamerleden moeten ook ruimte hebben om informeel en buiten het oog van de camera's met elkaar te overleggen, aldus Van Miltenburg.