Nadat een verzoek om beeld- of geluidsopnames te mogen maken van een zitting was afgewezen volgde een wrakingsverzoek tegen de rechter. Volgens de verzoekers zou de rechtspraak in Nederland onvoldoende transparant zijn en het recht op de vrijheid van nieuwsgaring niet geborgd. Het wrakingsverzoek werd afgewezen. De wrakingskamer van de rechtbank overwoog dat wraking slechts mogelijk is op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Gebrek aan transparantie is algemeen van aard en niet toegespitst op de gewraakte rechter. Daarnaast hadden verzoekers verklaard dat ze opnames wilden maken van de zitting om een instructiefilm te maken en om later door de rechtbank opgemaakte stukken te kunnen controleren. De rechtbank zag zonder nadere toelichting niet in op welke wijze daarmee het recht op de vrijheid van nieuwsgaring zou zijn geschonden.